1871 WAAR MOET DE NIEUWE SCHOOL GEBOUWD WORDEN?
Wïm Lastdrager
Toen buiten onze landsgrenzen de Frans-Duitse oorlog woedde, was er ook in de gemeente
Callantsoog een verschil van mening. Gelukkig vielen daarbij geen klappen, maar gepraat
werd er wel en dat veel en lang. Van 1871 tot en met 1873 was het onderwerp: "Waar moet de
school komen?" het gesprek van de dag.
Als onderwijzer, tevens hoofd der school was in juni 1870 Klaas Heeroma uit Schagen
benoemd. (In april 1871 werd zijn jaarsalaris verhoogd tot 600,00
Hij gaf les in een gebouw dat aan de westzijde van 'de Buurt' (Dorpsplein) tegen de duinvoet
stond. (Dus naast de tegenwoordige Rabobank).
In dit gebouw was één lokaal, waarin meester Heeroma aan gemiddeld 50 kinderen les gaf.
In 1871 gaf de Rijksschoolopziener aan het gemeentebestuur in overweging om in de buurt
van de Groote Keeten een nieuwe school te bouwen. Hij vond dat de oude school niet meer
aan de eisen van de tijd beantwoordde en dreigde zelfs met afkeuring.
De gemeenteraad onder leiding van burgemeester G. C. Hulst hij was tevens burgemeester
van Zijpe) voelde voor dit plan tot nieuwbouw wel iets, maar dan moest de school in het dorp
Callantsoog komen te staan en in Groote Keeten een 'bijschool'.
Dat was weer niet naar de zin van de schoolopziener. Dan zou er eerder een 'bijschool' in
Callantsoog moeten komen, vond deze, want uit Groote Keeten en omgeving kwamen de
meeste leerlingen.
De raad ging overstag en akkoord met deze zienswijze, echter... een verzoek van 41 gezinshoof
den in en om het dorp Callantsoog om dit raadsbesluit in te treldeen, resulteerde tenslotte dat
er op 30 september 1872 met 4 tegen 3 stemmen werd besloten niet in Groote Keeten, niet in
Callantsoog, maar in de buurtschap Abbestee de nieuwe school te laten verrijzen.
Maar ook hiervan kwam niets terecht.
Pas op 6 oktober 1873, dus na bijna twee jaar twijfelen, viel dan toch het besluit: er zou in het
dorp Callantsoog een nieuwe school met woning gebouwd worden.
Daartoe werd aan de oostzijde van 'de Buurt' voor 200,00 een stuk grond aangekocht en
mocht aannemer Gerrit Bouman uit Wieringerwaard voor de somma van 11790,00 het
geheel bouwen. Rijk en Provincie droegen ieder 5201,29 bij, de Gemeente 1300,00 en de
opbrengst van de verkoop van de oude school werd geschat op 300,00.
In september 1874 kon meester Heeroma met zijn leerlingen naar de nieuwe school en kon hij
tevens gaan wonen in de nieuwe woning, die aan de school vastgebouwd was.
De oude school diende na de grote dorpsbrand van september 1874 eerst nog tot tijdelijk
onderdak voor enkele gedupeerde gezinnen.
V
Wim Lastdrager ontleende een groot deel van de gegevens van bovenstaand verslag over de bouw
van een nieuwe school in de periode 1871-1874 aan het boek 'Sprokkelingen' (1948) van Jb. Baken
Gzn.
Een leerling werd vroeger met een plalc op de vingers geslagen als naar het oordeel van de
meester hij niet goed genoeg presteerde.
Zou dat destijds in Callantsoog ook gebeurd zijn?
58