De
achterkant
van 'de
Kooiplaats'
foto Nel
Raap-Zwart
Op 4 mei 1921 kwamen Pieter van Diepen en Elisabeth Poland vanuit de Weere naar
Callantsoog. De vader van de nog jeugdige van Diepen had het bedrijf van 13 ha gekocht
van Hendrik Kruisveld.
Het jonge echtpaar huurde het bedrijf van hun vader.
Het was geen gemakkelijke tijd om een veehouderij te beginnen. Er werden 10 koeien
gekocht voor 1000,00 per stuk. Een jaar later brachten de koeien nog maar 500,00 op.
Alles was in korte tijd niets meer waard. De melkprijs daalde tot 5 cent de liter en de
rundveehouderij stond op instorten. Dit heeft tot na de oorlog (1945) geduurd.
In de loop der jaren werd het gezin uitgebreid met negen kinderen, zes jongens en drie
meisjes.
Piet van Diepen was een verenigingsmens. Hij was raadslid van de gemeente Callantsoog,
lid van het Armbestuur, medeoprichter van het bejaardenhuis 'Huys ten Oghe' en hij
heeft ook vele jaren in het bestuur van de Oranje Vereniging Callantsoog zitting gehad.
De kinderen gingen in 't Zand naar de R.K. lagere school en werkten al snel mee op de
boerderij.
Zomers woonde de familie in het 'achterom'. Dat was de koestal achter het vierkant en die
werd dan als woning gebruikt.
In de winter als de koeien op stal stonden, werd de voorkamer gebruikt, maar koken deed
men in het achterom of op de koegang. Er moest wel goed opgelet worden, anders kreeg
je de 'spetters' (koeiepoep) om je oren.
De oorlog was een spannende tijd voor de familie, vooral omdat de jongens een leeftijd
hadden waarop ze opgepakt konden worden. Ze doken dan ook regelmatig onder als er
een razzia was. Achter een dubbele kast in de slaapkamer werden ze gelukkig nooit ont
dekt.
Toch was het een keer bijna misgegaan, want tijdens het schoenpoetsen kwamen de
Duitsers binnen en vroegen zich af van wie al die schoenen waren.
De jongste kinderen gingen tijdens de oorlog drie ochtenden naar school. De school zelf
was bezet en café 'de Jonge Prins' in 't Zand was als zodanig ingericht.
Het land stond vol met palen van 5 meter hoog, dat was om luchtlandingen te voorko
men. Menige paal werd 's nachts omgezaagd, want aan brandstof was niet meer te komen.
Callantsoog werd op last van de Duitsers in 1942 geëvacueerd. Alle houten zomerwonin
gen werden afgebroken en werden in korte tijd weer opgebouwd op een stuk land aan de
Oosterweg. Het dorpje dat zo ontstond, werd 'Hollywood' genoemd.
Ook burgemeester Rehorst woonde in de buurt van Hollywood, maar op een gegeven
moment was dit voor hem en zijn gezin te gevaarlijk. Piet van Diepen heeft hen 's nachts
met paard en wagen naar Den Helder gebracht. Vandaar is de burgemeester met de boot
naar Texel gevaren en is de verdere oorlogstijd daar ondergedoken.
22