In de brief d.d. 7-6-1916 van jhr. CH.F. van de Poll. die hiernaast afgedrukt wordt, staat onder ande
ren dat zijn schoonvader, de heer Previnaire het strand voor Callantsoog had gekocht en dus de eige
naar was. Zijn opvolger in de eigendom is de bovengenoemde heer van de Poll. Hij vindt het dus
merkwaardig dat de minister van Waterstaat aan G. ten Boekei en P. Vos een stuk van zijn strand
verhuurt om er badkoetsjes op te zetten.
Hij maakt er echter geen punt van. Hij rekent er wel op dat zijn koetsjes door Piet Vos gemaakt, de
aanstaande zomer weer op het strand geplaatst worden. Van die koetsjes maakten de bewoners van
de drie villa's gebruik.
De brief vermeldt verder: "Ik zou in uw geval, uwe eigen koetsen ook maar rustig op het strand zet
ten en doen gebruiken, en afwachten wat gebeuren zal."
Er gebeurde niets. Na 1918 gingen de strandexploitanten, Klaas ten Boekei en Arie Thomasz en
later Piet de Haan en Piet Vos rustig door met koetsjes en badhokjes zetten.
Rijkswaterstaat bleef als vermeende eigenaar verhuren.
1913 Een van de eerste ansichtkaarten van het strand van de badplaats Callantsoog die er
gemaakt zijn. Hij werd uitgegeven door P .Vos Jbz. Rechts staan de drie badkoetsjes van defam. van
de Poll. Links staan er twee die aan S. Kos behoren. Hij verhuurt ze. Op het duin dat laag is, staat
de zogenaamde 'Badtent'.
Strandgezicht
Badplaats Callantsoog
Dick de Wilde tekende de
noordgevel van 'de
Groote Villa'. De toe
gangsdeur was bestemd
voor het personeel en de
leveranciers.
In het huisje voor de villa
woonde in 1927 nog de
wed. Stam.
De broer van deze me
vrouw liet naast haar wo
ning in 1929 een kerkje
(9, zie blz.52)
bouwen waarin hij zelf
voorging. Bouwkosten
750,00.