Op andere plaatsen was men daartoe reeds veel vroeger overgegaan, bijvoorbeeld in Nieuwe
Niedorp in 1695 en in Winkel in 1700.
Merkwaardig is het dat de raadsvergadering van 18 mei 1885 doet vermoeden dat er toen geen
brandspuit was of niet meer was. Er werd namelijk overwogen er een te kopen, maar het enige
waartoe besloten werd, was het uitdiepen van de brandkuilen.
Van 1905 tot 1908 wordt in verschillende raadsvergaderingen steeds weer overwogen een brand
spuit aan te schaffen.
In die van 23 oktober 1905 blijkt C. Hoogschagen er een lans voor te breken. Voorzitter burgemees
ter G. Hulst en anderen oordelen echter dat dit een te grote uitgave is die bovendien te weinig vol
doening zal geven, omdat er in het dorp geen water is. Ook vindt men de afstand naar Koegras te
groot.
Raadslid den Das probeert het op 13 maart 1906 nog eens. Hij maakt er zelfs een voorstel van, maar
bereikt evenmin resultaat.
In 1828 werd een nieuwe brandspuit gekocht. (Waarschijnlijk een handspuitje. Red.) Het is mogelijk
dat dit ter vervanging van een oude was, maar duidelijk is dat niet.
Op 15 november 1864 kwam er enige organisatie in het Callantsoger brandweerwezen. De Raad
stelde een verordening vast.
Door B. en W. werden in 1892 voor het eerst 'brandmeesters' benoemd te weten:
W. Govers, G. Rademaker en P.J. Zipp.
Als 'brandroepers' worden benoemd: M. Mooij Jbzn. en Jb. Mooij Czn.
Zijn succes kwam op 17 oktober 1908. Met de hakken over de sloot, namelijke met 4 tegen 3 stem
men werd nu besloten een brandspuit van 700,00 a 750,00 aan te schaffen.
Tijdens het brandweerfeest op 'de Buurt' in juli 1960 werd het blussen door middel van een oud
handspuitje (1825?) nog eens gedemonstreerd. Emmers met water gevuld werden aangedragen en
in de bak van de spuit geleegd. Als de hefboom snel bewogen werd, kwam er aan het eind van de 10
meter lange slang een straaltje water uit.
58