'Brandweer, deel 1
Voordat het oude brandweerspuithuisje bij de kruising van de Oosterweg en de Noord-Schinkeldijk
werd afgebroken, werd onze vereniging nog in staat gesteld om het als 'monument' te behouden.
Zoals u wel zult begrijpen, zou dat een te kostbare zaak voor onze vereniging worden. Dus werd in
1988 het gebouwtje gesloopt.
Vanzelfsprekend kwamen er al gauw vragen waarom en wanneer het er destijds was neergezet. Het
beantwoorden van deze vragen was niet zo moeilijk. We verkeren namelijk in de gelukkige omstan
digheid dat ons erelid Jacob Baken Gzn. een heleboel over het vroegere Callantsoog weet. Zoals zo
vele keren eerder verschafte hij ons gegevens om over 'Callantsoog vroeger' te kunnen schrijven.
Dit keer mochten we putten uit zijn aantekeningen over de Callantsoger brandweer.
Het eerste bericht over 'een brandweer' staat in een maandoverzicht van schout Cornelis van
Duijsburg van 24 januari 1746. Er staat in:
Een soortgelijke uitrusting is in 1810 nog in gebruik. Dit blijkt uit een schrijven van het gemeente
bestuur van Callantsoog aan de Drost van het Tweede Kwartier van het Departement Amstelland op
de 8ste van de Sprokkelmaand (februari, red.) 1810.
De gedachte tot verbetering komt in bovengenoemd schrijven ook tot uiting:
Wel werd toen al aan preventieve brandbestrijding gedaan. Deze bestond uit:
Jacob Vos Pz.ii.
"Dat er gesolveert werd besloten was. Red.) een schouw te houden over brandemmers, brandzei
len, brandhaken, brandladders en waterkuilen."
"Deze zoude naar ons inzien moeten bestaan in het aankopen van een bekwame brandspuit, maar
de algemene behoeften dezer ingezetenen en den slechten staat der Dorpskas heeft dit Bestuur tot
nog toe buiten vermogen gesteld daarin te kunnen voorzien."
"Een inspectie van alle schoorstenen der huizen, of deze wel behoorlijk schoon worden gehouden,
welke visitatie alle twee maanden inzonderheid (in het bijzonder, red.) bij de behoeftigen zeer nauw
keurig wordt gehouden, daar cleze zich meestal met Heide tot Brandstoffen generen (behelpen,
red.)"
1895 Op ien middag
was ik nag amperan uit
skool, dat ons huisie in
de brand raakte.
Moeder hacl karremelk
met boekwait op de
kachel staan. Zai stook
te met duigen van 'n
bruin teervat, wat 'n
bonk vonke maakte en
zoo raakte 't rieten clak
in de brand.
Uit: 'As ik deer nag an
denk' van Piet Vos.
57