Als er op zaterdag niet gewerkt werd, pikte ik wel eens stiekem thuis de sleutel van de personeelsin
gang en ging in de villa alles op mijn gemak bekijken. 1930)
Beneden waren de ruimtes voor het per
soneel. De ingang lag aan de noordkant.
Dan kwam je in een niet zo brede gang.
Een kille donkere spelonk, waar het
altijd wat muffig rook. Meteen rechts
was een trapje naar beneden. Daarlangs
kwam je in de wildkamer. Toen ik op
een keer de deur opende, had ik meteen
al gegeten en gedronken. Dode fazan
ten, konijnen en hazen keken me met
glazige oogjes aan en het rook er niet
bepaald fris.
Tegenover de wildkamer was de wijn
kelder, die altijd op slot was. Zou er een
van de mensen die er toen werkten inte
resse in die wijn gehad hebben? Ik denk
dat de gedachte om iets te stelen nooit
in ze opgekomen is. Zoiets deed men
toen niet!
Aan het eind van de gang waren de lin
nenkamer en de keuken. In de laatste
waren aan twee kanten brede aanrech
ten en kasten. Ook was er een geweldig
fornuis, dat voornamelijk met hout
gestookt werd.
In de hoek stond een pomp, die het
water ophaalde uit grote regenputten.
Het water daaruit werd altijd gekookt.
Achter de keuken waren twee slaapkamers voor het personeel en daar tegenover twee w.c.'s. De
grond om het gebouw was tot aan de vensters van de benedenvertrekken opgewerkt, zodat het in die
ruimten altijd koel was.
±1913 'De Groote Villa' in het Callantsoger duinlandschap. Geheel rechts clelen van cle villa's
'Liesbethen 'Dora'. Zie ook cle tekening met heschijving in de vorige 'Clock'.
35