Over dammen en iverkspoor (deel II) Van de dammen naar het werkspoortje is maar een kleine stap. Het betreft hetzelfde werkterrein en nagenoeg dezelfde mensen. Ook de problematiek verschilt niet veel, want buiten wat foto's uit het familie-archief is ook over dit onderwerp weinig of geen documentatie voorhanden. Gelukkig ben ik in het bezit van een historische atlas van Noord-Holland. Deze atlas bestaat uit met de hand vervaardigde kaarten en draagt als datum het jaar 1870, de kaarten zijn bijgewerkt tot 1907. Op één van deze kaarten (no. 192) komt het werkspoortje gedeeltelijk voor. Er zijn op de kaart twee trajecten te onderkennen. Traject A. Loopt ten zuiden van het Zwanenwater (ter hoogte van paal 18) de duinen in. Na 100 m splitst de lijn zich in een zuidelijke en een oostelijke baan. De zuidelijke baan loopt langs Petten tot paal 26 ter hoogte van Camperduin. De oostelijke baan gaat richting Noordhollands kanaal tot St.Maartensvlotbrug. Traject B. Begint bij Callantsoog (ter hoogte van de Seinpost) en gaat door de duinen langs Groote Keeten om te eindigen tussen paal 8 en paal 9 een paar honderd meter ten zuiden van het vuurtorentje aan de Kaap. Nabij Groote Keeten iets ten zuiden van het Botgat is een opsplitsing van de lijn in oostelijke rich ting. Via Groote Keeten (de Achterweg) de noordzijde van de Noord-Schinkeldijk en ten slotte de Zijperdijk naar de Kolksluis aan het Noordhollands kanaal. Omdat uiteindelijk het in de 30er jaren het werkspoortraject zich uitstrekte van Huisduinen (paal 2) tot Camperduin moet aangenomen worden dat de groei van de werkspoorlijn gelijke tred heeft gehouden met de aanleg van de dammen. Anders gezegd, wanneer een dam moest worden aangelegd, werd eerst de spoorlijn tot aan dat punt doorgetrokken. Over het rollend materieel. Men beschikte in de 20er en 30er jaren over een met kolen gestookte locomotief. Deze locomotief kon per rit 15 a 20 kiep- of steenkarren trekken. De steenkarren waren voorzien van een houten opbouw en konden per kar 4 a 5 ton steen vervoeren. De locomotief was van Duits fabrikaat, merk "Hanschel". Hij had een gewicht van ruim 5 ton. Eigenlijk was de locomotief voor het werkspoortraject enigszins aan de zware kant. Hierdoor was nogal wat extra onderhoud aan de spoorlijn nodig. Bovendien beperkte het gewicht van de locomotief de transportmogelijkheden. De werkspoorlijn was namelijk vanaf het gebouw van het Hoogheemraadschap ten zuiden van Petten tot Camperduin te licht uitgevoerd. Omdat het niet verantwoord was de zware locomotief voor dit traject te gebruiken, werd weer als van ouds gebruik gemaakt van paardetractie. De situatie heeft bestaan tot 1935. Toen werd een lichtere locomotief aangeschaft, deze werd per schip bij de Kolksluis afgeleverd. Op het bovengenoemde te licht uitgevoerde traject werd ook de lichtere locomotief nooit gebruikt. Pas na de oorlog 1950) kwam ook hier de motorloc de paardetractie vervangen. 64 Leo Bromlewe

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1993 | | pagina 4