Lm Loof Herinnert zicH Wij ontvingen van de heer J.v.d.Vaart uit Anna Paulowna een brief geschreven door de Pool Wtadystaw Makowski die nu (1992) 70 jaar is en in 1942 en 1943 als soldaat in het Duitse leger o.a. in Callantsoog en omgeving dienst heeft gedaan. Aan zijn schrijven, dat vertaald is door Mw.Vermaire, ontlenen we het volgende: T* £^Yu=pA, chfCt JLZ ru* ZÓ yiuAa. Xau 76 Op 28 april 1942 kwamen we met 400 man (200 Polen en 200 Beierenin Anna Paulowna in de Spoorbuurt aan. We werden ondergebracht in café Kossen, de huidige BoemerangDaar moesten we in het stro op de vloer slapen. Hier ontstonden taalproblemen, want veel Polen spraken geen Duits. De familie Kossen bleek een fijne familie te zijn. Zij bood mij tevens aan om bij de door iedereen verwachte geallieerde invasie bij haar onder te duiken. Op 3 juni 1942 werden we overgeplaatst naar het barakkenkamp in Breezand onder veldpostnum mer 02 06 OD. De Oberleutnant was Klemmer en de Ober Veldwebel was Seeles. Peletons-com- mandant was Veldwebel Hoffer Niederhammer. Zowel in de omgeving van Breezand als op de Kooi werd met scherp geschoten. Op 18 juni 1942 werd ik naar Van Ewijcksluis gestuurd. Daar moesten wij het verkeer controleren, omdat er een spion zou zijn met Duitse documenten op zak. Hij opereerde onder de naam Kap. Luit. Balzac in een wagen met Wehrmacht registratienummers. Er kwamen in die dagen steeds meer Engelse vliegtuigen en de bombardementen werden steeds erger. Op 30 juli 1942 werden we overgeplaatst naar Callantsoog, waar we 24-uurs kustwachten moesten lopen. (KW28H) Bij de kust kwamen er steeds meer Engelse snelboten, die af en toe Duitsers mee namen. Red.*) Mijn vrienden en ik wilden ook graag meegenomen worden, maar wij kregen geen kans. Iedere dag gingen 15 man op de fiets naar Breezand om eten te heden. Op 20 augustus 1942 werden we overgeplaatst naar Petten. Ook daar moesten we weer als kust wacht fungeren. (Dit keer onder nr. KW30H) Hier moesten we wacht en patrouilles lopen langs het strand en door de duinen in zuidelijke richting en weer terug. Totaal steeds 20 km. Op 31 augustus 1942 werden we weer overgeplaatst naar Breezand en op een dag toegesproken door generaal Reichenard. cCo t? cU.ló^uj.'ïrv-^ /Pm. t o. f" Zt tut - ^/2/Uc tvj t U. W'Cvt(O/vu «4. hl /<-< izi. Ifll'v/l-riLwi* C~M.Tl>t Lï Z ^O-T^14 AXZe j L-t/Ci <-vUt t l bu.<. Op 31 oktober 1942 werden 20 man, waaronder ook ik, weer overgeplaatst naar Callantsoog en leefden we daar in de zogenaamde Tobroek-bunkers. (Die stonden langs de buitenrand van cle dui nen, gericht op het westen. Het waren eenvoudige voor het grootste deel ingegraven stellingen geschikt voor maar een paar personen. Van uit de lucht gaven ze geen enkele beschutting. Red.) Daar werden we veel beschoten door vliegtuigen die over zee kwamen. Op 6 december 1942 gingen we met de compagnie naar Alkmaar en op 9 december 1942 moesten we naar Delft. Op 26 december 1942 mocht ik met verlof naar huis. Op 11 januari 1943 moest ik weer in Leiden terug zijn. Van Leiden moesten we naar Rotterdam. Daar werden we voorbereid om naar Rusland gestuurd te worden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1993 | | pagina 16