35 jaar eeleöewLoodvissew In december 1957 kreeg de Helderse garnalenvisser de Wit een 'broodje' lood in zijn netten. Dat bleef niet geheim. Het gevolg was dat zeven Nieuwediepers op het idee kwamen om een bergingsaktie te beginnen. Er zou namelijk daar een oud wrak liggen en dan lag er meer dan één broodje wisten ze. Willen Looy, een vroegere Noordzeevisser, stelde de groep van 7 personen samen. Dat waren: Toop Schoolderman (kok), Manus Schoolderman, Jan Mosk, Piet v.d.Schans (duiker), Willen Looy, Hein Tebbes (duiker) en Meindert de Haan. Er zou gewerkt worden vanaf de kotter Callantsoog 1 (CG 1), eigenaar was Piet de Haan. Er werd een concessie aangevraagd bij Domeinen en de Rijkswaterstaat. Deze vergunning kwam op naam te staan van Jan Mosk en had een looptijd tot 31 juli 1958. De mannen Schans en Tebbes hadden al de nodige ervaring opgedaan met duiken en bezaten daarvoor ook voldoende uitrusting. Lood bij paal 17, maar waar precies? Poging na poging mislukte. Op een zondagmiddag echter was het raak! De plaats werd gevonden en duiker Schoonderman liet die dag 5000 kg naar boven hijsen. Maandag nog eens 4000 kg en dinsdagavond weer 5000 kg. Toen kwamen er dagen dat er door slecht weer niet geborgen kon worden. Dus was er tijd om over de opbrengst te praten. Die zou 670,00 per ton gaan bedragen. Daar de bergingskos- ten dan af en de rest verdelen. Maar het was mogelijk dat hun vondst 'strandgoed' was en moesten er dan geen invoerechten betaald worden? Hoewel, het lood was in onbewerkte toestand, dus waarschijnlijk geen invoerrechten. Niemand wist nog waar hij aan toe was en wist dus ook niet hoe rijk hij was! 11 Maart 1958. Met grote koppen stond het in de Schager Courant: "KOTTER VIST TIN UIT ZEE BIJ PAAL 17. OP ÉÉN MIDDAG VOOR 25000,00." Neeltje van der Vlies, de vrouw van Piet de Haan, is echt kwaad op die Helderse 'kwekkers'. Het was bij hen nog zo geheim gebleven! Een oude Callantsoger vertelde rond: "De kotter van Meindert de Haan lait bai paal 17 stil en haalt 'n kaptaal aan boord Nei gien vis." Twee dagen later was er weer gekwekt en de krant schreef: "OP 10 METER DIEPTE HAALDE MANUS SCHOOLDERMAN 60 BROODJES TIN NAAR BOVEN. ZE WEGEN 83 kg EN ZIJN 70 cm LANG. DE TINPRIJS IS 4 a 5 GULDEN PER kg!" En dan vetgedrukt. "400 GULDEN VOOR EEN BROODJE!" Drie dagen later wist de krant: "HET ZOU GEEN TIN ZIJN MAAR LOOD EN DAT BRENGT MAAR 67 CENT PER kg OP!" De bergers werden daardoor niet ontmoedigd en gingen rustig door met hun werk. Zelfs al gingen er nu geruchten dat het 'maar' om ballastschuitjes ging. Er waren nu 74 schuitjes (broodjes) geborgen. De krant meldde verder: 22 Jacob Vos Pzn. "De heer Winkel uit Schagerbrug heeft naspeuringen gedaan omtrent het 'loodschip'. Hij ontdekte dat in 1769 op 29 november voor Callantsoog het schip 'de Postgallei' is vergaan. Niemand overleefde de ramp. De kapitein-eigenaar J. C. Winkel is een maand later bij Wijk aan Zee aangespoeld en daar begraven.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1993 | | pagina 2