Op Abbesceöe-
Cor Bijpost
Op 1 mei 1935 betrokken onze ouders met hun twee kinderen de woning Abbestede no. 6.
(Daarin heeft nu de schilder Ten Holt zijn atelier)
Het huisje bestond uit een hosje, een gangetje, een keukentje, waar we altijd in woonden en een
kamertje, dat als ouderslaapplaats was ingericht.
Het bijzondere in dat keukentje was, dat het in één hoek ontzettend nat was. Oudere mensen
hebben ons destijds verteld dat een zekere Mevr. Hoornsman er een kruidenierswinkeltje had
gehad en dat in die nu zo natte hoek het zoutvat zou hebben gestaan.
Op het zoldertje was een kleine bedstede, waarin ik sliep.
Aangezien het gezin nog eens uitgebreid werd met twee kinderen, moesten er maatregelen
worden getroffen. Er werden twee slaapkamertjes aangebouwd en dat betekende een grote
verbetering.
Bij het huisje stond een zogenaamde koeboet, waarin het vee in de winter werd ondergebracht.
Naast dit onderkomen voor het vee werd zomers het hooi opgeslagen. Zo'n berg hooi werd een
'hooiklampgenoemd.
In 1945 is deze verbrand. Doordat het die dag windstil was en de brandweer die toen nog in de
Groote Keeten stond, toch nog snel ter plaatse was, kon het huisje worden behouden. De
oorzaak van de brand was dat de jongste uit ons gezin en het buurjongetje met lucifers hadden
gespeeld.
Terug naar 1935. De woninkjes Abbestede 2 en 4 maakten deel uit van een dubbele woning. In
woning 2 woonde toen de weduwe Grin. Het enige wat ik van haar weet, is dat haar man
schoenmaker was geweest. Als ik 's morgens naar school ging, moest ik wel eens wat meene
men en afgeven bij haar dochter Pieternel, die getrouwd was met Maarten Mooij. Die woonden
in de Schoolstraat op de plek waar nu (1991) een speelplaats is voor de kinderen van de
kleuterschool.
In woning no. 4 woonde het gezin Roos. De vrouw was enigszins geestelijk gehandicapt. Hun
zoon heette Albert. Roos verdiende zijn brood als veedrijver. Zijn taak was het vee van diverse
boeren naar markten in de omtrek te brengen.
Tevens was hij 'bokkenhouder'. In die tijd hielden veel mensen geiten. De geit werd ook toen al
'de koe voor de armen genoemd. Deze geiten gingen dan in de herfst op bezoek bij de bokken
van Roos. Ik herinner me nog dat deze bokken ontzettend stonken.
üjkc
1V
Plattegrond
van het wo
ninkje op
Abbestede
waarin o.a.
de familie
Bijpost met
z 'n zessen
gewoond
heeft.
k*TT£ FL&K,
68