In 1802 had commandeur Maarten Mooy zijn laatste tocht naar het Noorden gemaakt.
53
Den 25sten Januari voer de Frankendaal de haven
van Bergen uit.
De reis verliep niet zonder zorgen, de zee stond
menig keer hol en daar de herstellingen onvolledig
hadden moeten blijven, hielden de matrozen het ruim
slechts met de grootste moeite droog. Voorts waren
,,de harten zwaar", want ieder verlangde naar de
zijnen.
Na veel sukkelens liepen zij echter vier weken
later gelukkiglijk het oude Lands-Diep bij Texel bin
nen en op den 28sten Februari 1787, bijna een jaar
na zijn vertrek, kwam de verloren gewaande wal-
vischvanger met het juichend scheepsvolk voor
Amsterdam.
Groenland.se walvis
STUKJE UIT HET JOURNAAL dat
door de 19jarige Elmer Mooy, zoon
van commandeur Maarten Mooy, op
de reis in 1786-1787 bijgehouden
werd.
De waarnemend-stuurman heeft er
aardigheid in gehad bij iedere ge
slaagde vangst de vis af te beelden,
voorzien van zijn volgnummer, de
initialen van de harpoenier of spek
snijder en het aantal voet baarden
dat hij had opgeleverd.
ORIGINELE HANDTEKENING van commandeur
Maarten Mooy.
Hij werd in 1739 in Callantsoog geboren en over
leed er in 1817.
Hij was toen 78 jaar.
WALVISVAART IN HET HOGE NOORDEN
In 1721 voeren 258 schepen uit, gemiddeld bemand met 40
koppen. Maar na 1780 kwam het aantal walvisvaarders niet
meer boven de 70 per jaar. Roekeloos jagen was de hoofdoor
zaak dat de walvis in de noordelijke zeeën schaars werd.
Van 1822 tot 1864 werd er slechts nu en dan in de richting
van Groenland gevaren.
Na 1888 werd er niet meer op de nagenoeg uitgeroeide walvis
gejaagd. Het was niet meer lonend.
Wordt vervolgd.