Op de Frankendaal heeft men echter te vroeg gejuicht. Het schip blijkt veel meer lekken te tellen dan men heeft vermoed. Het water komt in het ruim steeds hoger. Met man en macht wordt er gepompt. Zodoende slaagt de bemanning erin het schip drijvende te houden. Een maand lang vecht iedereen voor lijfsbehoud en net als de nood het hoogst is, doemen de klippen van Noorwegen op. Op zaterdag 30 december 1986 gaat de Frankendaal in de haven van Bergen voor anker. "Amen!" klonk het van de lippen der anderen. Toen Jan vervolgens het voorlezen uit de krant van 'het relaas uit de Engelse Tijding' had beëindigd, stoof alles joelend uiteen en weldra schalde de blijdschap over de wegen. De rouwkleren werden afgelegd, de vlaggen uitgestoken. 51 In de derde week van Januari kwam een bode krantzwaaiend het doodstille Callantsoog binnen gesneld, luidkeels roepend: „De Frankendaal is aan! De Frankendaal is aan!" Mannen, vrouwen en kinderen stormden naar buiten en zich om hem verdringend, overstelpten ze hem met vragen, meehollend naar de woning van Maarten Mooy. Hij overhandigde Aagtje, die hem bij de deur al tegemoet kwam, een pakje kranten en een brief. Ze verbrak het lakzegel en trachtte te lezen, maar hoe meer zij vorderde hoe heftiger de letters voor haar oogen dansten. „Jan, lees eens voor, jongen!" zei ze schor, terwijl zij op een stoel zonk en haar oogen rood werden. De deur stond open, kamer en gang opgepropt met volk, kinderen en buren dicht om haar heen. En Jan las: „Eersaame Vrindin! Amsterdam 20 January 1787 Hier Inne het Relaas volgens de Engelsche Tijding, aan dezelve is niet te Twijfelen, dus vertrouwende op de Gode- lijke Hulp zal UE. man en verdere Equipage behouden te eeniger tijd in deze Lande aan- koomen. Dankt den HEMEL gelijk ik ben doende dus verre voor de gegronde Hoop daarvan, daar weezentlijk weinig meer was, zo Laat in de tijd zijnde. Bid verders den Almachtigen Godt voor zijne aanlanding. Gelijk ik weezentlijk doe met een opregte Harte, beveelende UE. en kinderen in Zijne Aanbiddelijke Bescherming, en blijvende Uwe zeer geneegene Vriend Jan Gildemeester Jansz. Aan de Eersaame Vrouw van Marten Mooij op Callantsoog." „Loof den Heer mijne ziel en vergeet geen van Zijne weldaden!" riep Aagtje bevend van aandoening. Ook Maarten Mooy dacht toen zijn schip in het ijs vastzat aan hetgeen hem zou kunnen overkomen. Gekraakt Het schip van Jacob van Heemskerck bij Nova Zembla. 1596. h De aankomst van de Frankendaal in Noorwegen was door vandaar vertrokken schepen eerder in Engelsche havens be kend dan in Holland. Zeer waarschijnlijk heeft een Corres pondent in Engeland er in zijn wekelijkschen brief voor Hol- landsche bladen melding van gemaakt, of mogelijk ook heeft de reederij een krant vandaar toegezonden gekregen. De brie! van 6 Januari 1787 uit Bergen van Commandeur Mooy aan zijn Directeur heeft deze laatste, na ontvangst, in de voornaamste Hollandsche dagbladen doen afdrukken.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1992 | | pagina 7