A%AAKX€kJ A%OOy-(^AlLAKJCSOOg ew de waLvisvaa^c Ö661, L Wim Lastdrager Hoewel men op Callantsoog na in Augustus de brieven der Noordzee-post te hebben ontvangen, geen nieuws meer had vernomen, zag men vol ver trouwen de weerkeer van de Frankendaal in den na zomer tegemoet. Toen evenwel de laatste weken van September waren verstreken zonder de verwachte terugkeer, begon men ongerust te worden en de bezorgdheid nam nog toe, nadat men had vernomen hoe anderen, waaronder de Commandeurs Pieter Mooy, Willem Borst en Corn. Rickels, tegelijk met hem van Texel uitgevaren, tot de eersten hadden behoord, die binnen waren gekomen. Eind November hield er een reiswagen stil voor de woning van Commandeur Mooy. Aagt je die in de huiskamer bezig was, keek naar buiten en zag mijnheer Gildemeester uit Amsterdam langzaam uit den wagen stappen. Ze wilde zich naar de voordeur begeven, maar daar hij de oogen niet opsloeg ontzonk haar plotseling de moed. „Doet de deur eens open, kinders." Zij stond in het midden van het ruime vertrek en toen de bezoeker, die hoed en jas had afgelegd, binnen trad, deed zij een stapje naar voren. „Is er nieuws mijnheer? wilde ze vragen, maar het hart sloeg haar in de keel en haar stem stokte. Hij drukte haar de hand en groette de kinderen, de groote meisjes, de jongens, een voor een. „Ik heb een brief voor u van uw man. Gepost in Edinburg door een zekeren William Allen die over 't ijs naar IJsland is ontkomen," en hij haalde een por tefeuille uit zijn binnenzak. Het oudste meisje dat een jongetje van anderhalf jaar op den arm droeg, reikte dit haar zusje en bood den bezoeker een stoel. Ook Aagtje was gaan zitten en las. Ze werd wit om den neus terwijl haar blos allerakeligst vervaalde. „Vijfentwintig October.zei ze toonloos en uit haar slap wordende handen gleden de papieren op den grond, „....en we hebben daarna niets meer gehoord. Denkt U. „Hopen kan men altijd," zei hij zacht terwijl hij haar de brieven weer toereikte, „zoolang er geen zekerheid is, mogen we hopen." Zij antwoordde niet; de kinderen, die zich eerst wat achteraf hadden gehouden waren naast haar gekomen en keken den gast met groote oogen vragend aan. „Waarmee mag ik mijnheer dienen?" maar hij weerde vriendelijk af en stond op, zij spraken nog wat over hun groote bekommernis zonder hun angst in de woorden te laten komen en daarna nam hij afscheid. Het slechte nieuws was spoedig in het dorp en den ganschen omtrek bekend en daar elk nader levensteeken uitbleef, groeide de vrees met den dag dat schip en bemanning waren omgekomen in het ijs.... en zij allen tezamen getroffen door een on overzienbare ramp. De Oudejaarsdag ging onder looden druk voorbij; in de avondkerk speelde de organist, naar aanleiding van „Uit diepten van ellenden", den sl,otpsalm, een door hemzelf gemaakten klaagzang, en nog in de eerste helft van Januari kondigde de gemeente Cal lantsoog een openbaren rouw af voor den tijd van drie weken, daar alle hoop was opgegeven. *w. 5 Ai.! msi F v. Ha4-ff Mes- en vorkheft van walrusivoor ge bruikt door Commandeur Maarten Mooy. Walrussen kwamen destijds bij honder den in de buurt van Spitsbergen voor. Jagers sloegen ze dood. Het spek en de ivoor werden benut. Van dat laatste maakten niet alleen kunstenaars maar ook onbekende ma trozen sierlijk en soms merkwaardig beeldhouwwerk. 50

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1992 | | pagina 6