Het spitten van hooi had ook gevaarlijke kanten. Je had bijvoorbeeld rekening te houden met
instortingsgevaar. En dat gevaar was er als in de berg een heel diep gat gespit moest worden.
Zo vertelde Klaas Hoogschagen mij het volgende verhaal:
(Bovenstaande gebeurtenis moet omstreeks
1950 plaatsgevonden hebben.)
37
D \uPiR2 DOORS HE-DE STOLPJ3C>£RDEGJJ
H'Qi&p
Een boer en zijn gelovige knecht waren aan het hooispitten.
Toen de knecht zag dat een gedeelte van de berg dreigde in te storten,
riep hij: "Baas, bidden!"
Waarop de baas riep: "Niks bidden, rennen!"
Zodoende liep het goed af.
Of de mannen later op de dars nog hebben gebeden, wist Klaas zich niet
meer te herinneren.
Ook in een hooiberg naast de boerderij kon
broei optreden.
Dan moest er eveneens handelend opgetreden
worden.
Hooispitten was zo 'n handeling.
Natuurlijk was het gevaar dat erbij brand in
het hooi de boerderij vlam zou vatten kleiner
dan dat er zoiets gebeurde in de boerderij
zelf.