Deze marinestelling bevond zich halverwege Callantsoog en Groote Keeten, ongeveer tussen
hoeve Afrika en Duinoord in, aan de duinkant. De stelling bestond uit in het duinzand
ingegraven betonnen bunkers die onderling door onderaardse gangen verbonden waren, alsmede
enkele barakken. Vanaf 1941 was daar altijd een vrij groot aantal Duitse militairen gelegerd
geweest.
Na Vi uur gewacht te hebben, de Engelsen werden al knap ongeduldig, marcheerde een klein
kaal kereltje het dorpsplein op. Hij zag er wat vogelverschikkerig uit in zijn totaal versleten en
opgelapte grijs groene uniform en plompe afgetrapte laarsen. Kennelijk geen hoogwaardigheids
bekleder. Hij marcheerde recht op ons af, ging in de houding staan en sprak vervolgens de
historische woorden:
"Bootsmannsmaatich übergebe die Marinestellung Callantsoog."
De Engelse kapitein knipperde met zijn ogen en vroeg aan mij: "Wat zegt die vent?" In mijn
beste steenkolen Engels maakte ik melding van de capitulatie.
De bazen van de bootsmansmaat hadden hem kennelijk met de zwarte-piet laten zitten en waren
met de noorderzon vertrokken.
Maar zo gaat het vaak in het militaire leven, bij de overwinningsparade staat de bootsmansmaat
als regel achteraan, bij de capitulatie mag hij vooraan staan.
Daarover mocht ook deze bootsmansmaat zich dus niet beklagen, dan had hij maar Schout bij
Nacht moeten worden.
Hoe dan ook het was een vreemd gezelschap daar bij het dorpsplein, de keurig geüniformeerde
Engelsen, de verloederde bootsmansmaat en de sjofele verzetstrijders.
13
Een tank van 'de bevrijdersaan de noordkant van 'het SterntjeHet zal 7 of 8 mei
1945 geweest zijn.