öe Jutte er Over het weer, natuurlijk over het weer. Begin januari valt er sneeuw en in de tweede helft steekt de storm op (5). Dan komen de jutters in actie, zij turen langs de kust of er schepen in nood zijn, en zij schatten in waar deze mogelijk kunnen stranden. Kilometers lopen zij langs het strand, door weer en wind, in het donker op zoek naar aangespoeld hout, naar goederen, eén welkome aanvulling in hun armoedig bestaan. En hoe krijg je ongezien de buit binnen. Hoe ontloop je de strandvonder aan wie je verplicht bent alles wat op het strand wordt gevonden, af te geven tegen een kleine vergoeding. Het Strand recht behoorde toe aan de Heren van Callantsoog. Op het duin bij het dorp staan daartoe tot 1853 twee pakhuizen en er zijn opper- en onderstrandvonders! Uit de opbrengst van de aangespoelde goederen ontving de schoolmeester f 30,= per jaar van de Heren van Callantsoog. In 1838 is er een nieuwe wet op de strandvonderij gekomen en sindsdien komt de opbrengst van gevonden goederen de overheid toe. (6) Ook al zijn de jutters op zoek naar buit, waarnodig krijgen de schipbreukelingen hulp. Al in het begin van de 18e eeuw hebben de Heren van Callantsoog daartoe een boot in gebruik gesteld. Sinds 1825 bevindt zich een volledig station van de NZHRM met nieuwe strandreddingsboot in het dorp Callantsoog om eventuele drenkelingen en gestrande schepen te hulp te komen, alles onder directie van Jan Vos. De loods is voorzien van vele reddingsmiddelen en toebehoren zoals een reddingsboot, transportkar, bijlen, dreggen, stroppen, dollen, lantaarns, tondelbus met staal en steen, breeuwijzer, knijptang, koevoet, matrozenzakmesjes, enz. Bij een bezoek van een afgevaardigde van de NZHRM in 1834 blijkt dat de boot gerepareerd moet worden en zijn de drijftoestellen buiten om de boot verrot, en "niets was ook behoorlijk geborgen of op zijn plaats.Jacob Mooy zou meer geschikt zijn om de plaats van Vos in te nemen. (7) fDaar het werd een steeds moeizamer bestaan; wetten werden door hogerhand opgelegd. Nu zièje slechts noq „zondags.-)u3zrs"g$ëri/ de echte hebben het byltje erbij neecqëieqd. Crrieta vön 69 Reeds honderden jaren lopen zij )any spiedende ogen inde zorgelijke kop, soms een speurende hond als mebqeze 0en bundeltje hout ih de hond, wel op de rug ih een strop een vrij leven, deb wel

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1991 | | pagina 9