DIE CALLANTSOGERS,
WAAROVER SPRAKEN ZIJ IN 1840:
Over het spoor, dat zo vreselijk hard gaat, maar voorlopig reizen zij nog per veerschuit
en postkoets als zij al op reis gaan.
Over lantaarns met "Gaz-licht waardoor het bijna niet meer donker wordt", maar
voorlopig gebruiken zij nog smeerkaars en oliepitjes.
Over het dorpsnieuws, over heden en verleden.
En die prachtige geschiedenis van commandeur Maarten Jacobsz. Mooy, een echte
Callantsoger, die met zijn schip "Frankendaal" naar Groenland voer, zijn zij vast nog niet
vergeten. Toen Maarten zo'n 50 jaar eerder, vergezeld van zijn zoons Eelmer, 19 jaar,
Jacob, 17 jaar en Teunis, 12 jaar, vast raakte in het Groenlandse ijs, had niemand meer
gerekend op zijn behouden thuisvaart. En toch gebeurde het, dank zij het verstandig beleid
van deze Callantsoger schipper (3). Een wijs man met een bijzondere zoon, Jan, die later
op 12-jarige leeftijd als kajuitjongen meevoer met zijn vader. Deze Jan kon prachtig
tekenen en is zeeschilder geworden. Hij werd in 1776 in Callantsoog geboren en is in
1847 in Den Helder overleden, waar hij werkzaam geweest is als schilder en glazenmaker.
Zijn werk hangt nu in het Ned. Scheepvaartmuseum in Amsterdam en in het Maritiem
museum Prins Hendrik in Rotterdam. (4)
Jan Mooy 1776-1847
68