Rcxueikise cnuKic im Qkoocs Keeoeki Schagen, maart 1991 Het is vaak opmerkelijk te zien hoe een archeologisch balletje kan gaan rollen. In het najaar werd door de historische Vereniging "De Zijpe" een lezing gegeven over archeolo gie en numismatiek. Bij deze gelegenheid werden er ook munten ter determinatie aangeboden. Het gros van de exemplaren bestond uit duiten en ander kleingeld uit de tijd van de Republiek. Eén munt echter, sprong direkt in het oog: een volkomen versleten pokdalig geval ter grootte van een gulden, maar dan van koper. Hoewel er geen letter op viel te lezen, kon de munt toch direkt worden gedetermineerd. Midden op het ding bevond zich namelijk een restant van een instempeling, waarop een grote letter A herkenbaar was. Deze letter maakt deel uit van de in ligatuur geschreven titel "Caesar". Deze instempeling komt vrijwel uitsluitend voor op Romeinse "assen"* van keizer Augustus. Het verspreidingsgebied van deze instempelingen beperkt zich vrijwel uitsluitend tot Nederland, waar grotere aantallen bekend zijn uit Nijmegen, Valkenburg, Vechten en Velsen. De munten maken deel uit van het circulatiegeld onder militairen uit het eerste kwart van de eerste eeuw. Het sterke vermoeden bestaat dat "Caesar" betrekking heeft op de veldheer Germanicus, die in 16/17 na Christus, in opdracht van Augustus trachtte de noordgrens van het Imperium Romanum te verleggen van de Rijn naar de Elbe. Historisch is bekend dat hij met een gedeelte van de vloot in een storm belandde op de Waddenzee, zodat mag worden aangenomen dat Romeinse soldaten inderdaad tot ver in noordelijk Nederland waren doorgedrongen. Of we dan nu direkt moeten gaan denken aan een legerkamp voor langs trekkende soldaten, is een wat rappe veronderstelling; zeker is in ieder geval dat een dergelijke munt niet thuishoort in de geldcirculatie die we tegenkomen in inheemse nederzettingen. Bovendien zien we Romeins geld pas in de tweede en derde eeuw in deze nederzettingen verschijnen. Nu terug naar de munt; zij is gevonden bij drainagewerk op een diepte van ongeveer een meter onder het huidige maaiveld, in een schelpenbank, geheel in het noorden van de Callantsoger Polder. 'as', oudromeinse kleine munt: de 'asses' waren gemaakt van een mengsel van koper, tin en lood. 78 Met toestemming van de schrijver, de heer Diederik, is de hieronder volgende tekst overgenomen uit het mededelingenblad van de Archeolo gische Werkgemeenschap voor Nederland, afdeling Noord-Holland Noord, 6de jaargang, no. 1. Frans Diederik 'Asvan keizer Augustus met een 'CEA- SAR '-kop. Getekend naar voorbeelden uit de kol- lekiie van de schrijver.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1991 | | pagina 18