Maar een groter gedeelte van de polder Callantsoog mee uitmalen, betekende dat de
Boskerpolder langzamer zijn water kwijtraakte dan voorheen. Dat leverde de nodige discussie
stof op! De dijkgraaf kreeg het nodige te horen.
Nu is een dijkgraaf wel het een en ander gewend, want hij doet het nooit in de ogen van
iedereen goed.
Dijkgraaf Kruisveld kreeg uiteindelijk zijn zin. Er kwam een tweede gemaal bij en hij mocht dit
gemaal bij de Koetensluis op 18 oktober 1967 officieel in werking stellen.
Zoals reeds in het begin van dit artikel gezegd, is dit gemaal inmiddels vervangen door één met
een grotere capaciteit.
GEMAAL KOETENSLUIS
Het gemaal aan de Koetensluis is het tweede gemaal dat het water uit de Callantsoger
polder maalt.
Voorheen was hier alleen een spuipunt met een automatisch werkende afsluitklep.
HET GEMAAL OP DE RECHTENDUK
Als we een stukje terug gaan in de geschiedenis van water in- en uitmalen willen we nog even
kijken naar het gemaal op de Rechtendijk.
In 1942 werd daar de centrifugaalpomp vervangen door een vijzel, die door een elektromotor
aangedreven werd. De dieselmotor die al vele jaren dienst had gedaan, werd in reserve
gehouden, want je kon nooit weten.
In verband met de oorlog en de daarbij gepaard gaande schaarste aan motorbrandstof, werd de
elektrische aandrijving van overheidswege zeer aanbevolen.
Het gemaal kon het waterpeil opvoeren tot 0,70 m +N.A.P. Daarna moest het water via
schuiven en stuwtjes zijn verdere weg in de polder maar zoeken. Vooral bij warm weer, waarbij
vaak zware kroosgroei optrad, was het moeilijk om overal water te krijgen.
Toch heeft de totstandkoming van een goede infiltratiebemaling nog heel wat beroering
teweeggebracht. Kort na 1900 ontdekte men dat door gebruik van kunstmest en infiltratiewater
ook op de zandgronden de opbrengst van het grasland sterk kon worden verhoogd.
In de polder Koegras lieten de boeren zelf molens bouwen om water in de greppels te malen en
de resultaten waren uitermate gunstig.
De grote stimulator om in Callantsoog van polderwege tot waterinmaling te komen, was Hendrik
Kruisveld. Hij was dijkgraaf van de polder Callantsoog, maar zoals het wel meer gaat in
polderzaken, waren de meningen zeer verdeeld. Zo verdeeld waren ze zelfs dat het niet eens
mogelijk was om een begroting te laten uitwerken om het voor en tegen van een dergelijk plan
globaal te kunnen beoordelen.
52