Hét?. ovetóeNktN^ Ve heen. C.lil. J.Schaap zeite alle aan hem bekende gegeven* oven. het veagaan van de Loch MoidanX' in 1890 nog een* op een nijtje. HieAonden volgt zijn *amenvaXting. Enkele technische gegeven* van het *chip: LiteiatuuA: Alkmaarder Courant, 29 januari 1890 en 2 en 9 februari '1890. Jaarverslag 1891 KNZHRM Archief Hille van Dieren, Terschelling Archief Loek Deugd, Den Helder Archief J.Klootwijk, Heerhugowaard 22 Door ons redactielid, mevrouw Annie Smit-de Vries is de grafsteen van de twee zeelui, afkomstig van de 'Loch Moidartin januari '91 schoongemaakt. Door het bekendmaken van het schonen van de grafsteen in enkele streekkrantenkwam veel nieuws omtrent deze ramp bij ons binnen. Wij willen u hier het ware verhaal vertellen, omdat enkele onjuistheden in die artikelen stonden vermeld. Het schip 'Loch Moidart' was afkomstig uit Pisagua en beladen met salpeter met bestemming Hamburg. Het had als thuishaven Glasgow. Om twee uur 's nachts op 26 januari 1890 strandde de ijzeren viermast bark 400 meter bezuiden strandpaal 15 op de buitenbank bij hevige zuidwester storm, 's Morgens werd de telefonist in Callantsoog gewaarschuwd omtrent de stranding. De plaatselijke reddingscommissie werd ingelicht, die onmiddellijk de reddings middelen naar het strand liet brengen, waaronder het vuurpijltoestel met drie vuurpijlen. Vanwege de hoge zee waaagde men het niet met de reddingboot in zee te gaan. Een vuurpijl werd afgeschoten, die over het schip heenging, de lijn was echter gebroken. Een tweede vuurpijl kwam honderd meter voor het schip neer. Ook de derde pijl miste zijn doel. Inmiddels was de reddingboot uit Petten ter plaatse. Ook met hun toestel kon het schip niet met vuurpijlen bereikt worden. De redders waren het er over eens, dat ze met deze pijlen nu geen verbinding konden krijgen. Besloten werd tot de eb te wachten. Om 8 uur 's morgens ver lieten vijf man met hun scheepsboot het schip, maar de boot sloeg om, drie man verdronken, twee man spoelden meer dood dan levend aan op het strand. Zij werden door de gebroeders Schouten uit de branding aan wal gebracht. De overige opva renden waren in het tuig gevlucht, daarbij luid om hulp roepend, wat goed te ho ren was door de redders, die door het noodweer niet in staat waren hen te red den. 's Middags om drie uur gingen de masten overboord, waarna de overige 27 zeelui een jammerlijk einde vonden in de golven. Kort daarna verdween ook het sterke ijzeren schip door de enorme kracht van de golven in stukken in zee. De sleepboot 'Hercules' met op sleeptouw de reddingboot uit Den Helder kon niets meer ontdekken van de 'Loch Moidart'. De in Callantsoog aangespoelde verdronken zeelieden waren: de hofmeester John Wright en Charles N.P.Moxon, zoon van een arts, die de reis als leerling mee maakte. De wrakstukken van het schip zijn 6 februari 1890 met de daarin aanwezige lading en inventaris verkocht voor f 257,00, de geborgen inventaris voor f 116,30. Bouwwerf: Barclay, Curie and Co Glasgow Van spapel gelopen: september 1881 Bruto tonnage: 2081 ton Lengte, breedte en diepgang in meters: 87,57 x 12,95 x 7,31 Aantal dekken: 2 Van de burgemeesters van Ayr en Great Yarmouth werd na het eerste kontakt niets meer gehoord. We zullen hun een foto van het schoonmaken van de steen toezenden. Mochten we iets horen, dan leest u dat in het volgende nummer van 'de Clock'

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1991 | | pagina 2