tjcU, keA
Ek zijn velschillende typen
weidemo levu> in btdjiiji ge
weekt.
HieA volgt een konte tarnen-
vatting van een vijftal
typen.
1 Tiaskereen type weidemolen dat voornamelijk in Friesland en Overijsel voor
komt
2 Bovenkruier, kleine zes- of achtkante bovenkruiers kwamen onder andere voor in
Anna Paulowna en bij Den Helder.
Thans is er niet één meer over, in 1970 is die bij Den Helder ge
sloopt
3 Horizontale molen, een molentje dat in de industrie in de Zaan werd gebruikt,
doch reeds lang is verdwenen.
4 Petmolensdit waren wipmolentjes waarvan de bovenas van een kruk was voorzien.
Hieraan was een hefboom verbonden die door de koker liep en eventueel
via een horizontale hefboom een pomp bediende die het water vanuit een
metersdiepe put omhoog kon brengen.
Enkele petmolens in de polder Koegras werden gebruikt om drinkwater op
te pompen. Thans zijn zij geheel verdwenen.
5 Wipmolenties of kotmolentiesbeide benamingen worden gebruikt voor kleine
wipmolens waarvan de onderzetel in plaats van een klein gedeelte het
totale gewicht van bovenhuis, as, bovenwiel, staart en roeden draagt.
De bovenzetel bij deze weidemolens dient uitsluitend om het bovenhuis
(bovenkot) recht overeind te houden. Dit is eigenlijk het type welke
de meeste van ons als het weidemolentje zien.
wipmolen
Een hele mooie tta^kex Ataat nog aan de
loutkaag in Lutjewinkel.
Net aló op de tekening aan de aeckteAbo-
venkant van deze bladzijde i& hieabij nog
duidelijk te zien dat de t&ou>keA dooi
middel van nollen oven. een ntng op de
wind woadt gedAaaid.