Jb.BAKEN Gzn,
"die. wintmolen ende den uiini in den Ogkewerd kun geschonken
ten behoeve van de heilige kerk "tot ewighen daghen" en om de
ze dan ieder jaar in de week na Pasen te verpachten aan een
"gueden ghetruwen mandie den bueren de gemeenschap"nut
ende orbaer" (-nuttig en passendis.
Zag de Callantsoqer meelmolen er zo uit?
Ik weet niet hoe de molen er uitgezien heeft.
Jacob Vos maakte een schetsje.
Mogelijk heeft de Oger molen er op geleken,
waarschijnlijk was hij wat kleiner.'
De <>ORp6k>ReKKnotew cted
"Wij mogen" - aldus rar. H.J.J. Scholtens in 'Uit het
verleden van Midden-Kennemerland- "niet nalaten te
wijzen op een instituut dat in de Middeleeuwen van
bijzondere locale betekenis is geweest, namelijk dat
van de dorpsmeelmolenZij verlevendigden en
verinnigden niet alleen het silhouet van dorp of
stad maar waren in die tijd ook bedrijfsgebouwen van
aanzien. Het brood immers nam, toen men nog geen
aardappelen en rijst en nog maar weinig groenten als
volksvoedsel kende, een zeer belangrijke plaats in.
Het broodmeel werd voornamelijk gemalen van rogge,
gerst en haver. Elke dorpsgemeenschap had een
meelmolen"
Ook 'luden (lieden) en de ondersaten in den Oghe'
kregen er de beschikking over door het op 19 april
1416 gegeven charter van hun heer Walraven van
Brederode (1401-1419):
14