Ik was in 1947 niet van plan om op die manier verder te gaan en ben toen begonnen
om gewoon in een willekeurige volgorde de namen van de deelnemers op te
schrijven en te noteren wat er als inleggeld werd betaald.
Verder ieder één keer gooien per ronde, tot de laatst ingeschrevene en dan weer
vanaf no.1 beginnen tot er alles afgegooid was.
Bij het volgende vat weer verder gaan met degene die volgde op de laatste gooier
van het vorige vat en weer opnieuw inleggeld laten betalen. Ook nieuwe gooiers
inschrijven en de niet meer betalenden doorkrassen.
Tevens na iedere gooier attent blijven of er wel of niet wat wordt afgegooid en
zo ja, dat dan ook direct noteren.
Ik ontdekte aanvankelijk wel, dat bij de oudere gooiers de nieuwe spelregels
maar matig intrek waren, maar daar heb ik mij vanzelf nooit wat van aange
trokken.
Ik weet zeker dat iedereen nu begrijpt dat deze wijze de enige goede en ook d®
eerlijkste manier is. Er is dan ook in de laatste jaren nooit meer gesnark of
ruzie geweest. x
Wat wel in de laatste jaren veelvuldig voorkomt, is de vaatjesmisere. Dan Zijn
ze er wel en dan zijn ze er weer niet, of zeer moeilijk te begaan.
Dat komt in de eerste plaats omdat er geen handel meer in deze vaatjes is.
Vroeger werd alle boter die aan Engeland werd verkocht in dat soort vaatjes
verpakt. Zodoende werden er bij diverse kuiperijen duizenden gemaakt. Ze waren
dus altijd en overal voorradig.
We hebben nu de laatste paar jaar iemand, die ze zo goed en zo kwaad wat in
mekaar flanst en zodoende komt er nog een barrel voor de dag, dat we bij ons
spel kunnen gebruiken.
beJXtl
knuppels
Een gunstige bijkomstigheid is nog het volgende.
Ik weet niet hoe het komt, want hoewel het gooien met een knuppel op een vat het
allerstomste werk is dat er bestaat, zijn de echte goede gooiers zoals voorheen,
er niet meer.
Toch is het aantal deelnemers af en toe erg groot, ook de ambitie is prima, maar
het vat raken, ho maar. Het is vaak mis of 'aaipoes' raak.
Dat is nu die gunstige bijkomstigheid, want ook de vaatjes zijn tienmaal zo
slecht. Ze zijn zo zwak, dat als de echte gooiers van vroeger er nog zouden zijn,
je het hele spel wel kon vergeten. Met een drie- of viertal echte 'gooiers zou
het hele spul zo op de grond liggen en kwam er verder nooit meer iemand aan de
beurt.
Toen in 1985 de Koningin met haar familie Callantsoog bezocht, hebben we het kat-
gooien voor hen gedemonstreerd. Zij en met hen duizenden in het land hebben er
van genoten. De prinsen deden fanatiek mee. Of ze er in koninklijke kringen nog
mee bezig zijn, weet ik niet. We hebben het zo goed mogelijk uitgelegd en ze een
vat en een paar knuppels meegegeven. Ik zag dat de jonge prinsen het spul gauw
stiekum in de koffers van de auto's stopten!
Mede door het gebeuren in 1985 nam de belangstelling voor 't katgooien weer toe.
Nu is het zelfs zo dat het gespeeld wordt op plaatsen waar het voorheen nooit
werd gedaan.
bloedt veAvolgd.
68