Joha.ra23>' s hoeve
Op verzoek van de Historische vereniging Callantsóog
inventariseren en beschrijven de volgende dames de
boerderijen in het Callantsoger deel van 'Het Koegras':
Annie Zon
A.H.Wilhelm
A.Vries
Nel Raap
Iedere dame neemt een paar boerderijen voor haar
rekening.
Hieronder volgt het verhaal over het ontstaan van de
polder 'Het Koegras' en de daarin gelegen boerderij
'Johanna's Hoeve'door Nel Raap.
In de polder Koegras aan de Zwarteweg 2.
Nel Raap
Het Koegras bestond tot 1818 uit slib en schorgronden die bij vloed en vooral
bij sterke westelijke en oostelijke wind grotendeels overstroomd werden door
water uit de Noordzee of van de Wadden.
Slib en zand werden dan aangevoerd. Dat is dus de oorzaak dat Koegras
grotendeels uit zandgrond en gedeeltelijk uit klei en zavelgrond bestaat.
Omdat Amsterdaam behoefte had aan een betere verbinding met de Noordzee, werd in
1818 begonnen met het Noord-Hollandskanaal te graven.
De grond die daarbij vrij kwam, werd gebruikt voor de aanleg van de
Koegraszeedijk ten oosten van het kanaal.
En hiermee was dus tevens de inpoldering van Het Koegras een feit.
De kosten werden door het rijk gedragen en zodoende behoorde de polder Koegras
dus geheel aan de Domeinen.
Al vanaf 1820 was het de bedoeling van de regering dat de polder zou worden
verkocht. Het heeft echter nog geduurd tot 1849 voor die verkoop plaatsvond,
omdat er doodeenvoudig geen kopers kwamen opdagen. De gronden waren voor het
grootste deel te arm. (Zandgrond)
Op 22 oktober 1949 werd op een te Alkmaar gehouden Domeinveiling de polder
Koegras ter grootte van 3875 ha verkocht aan mr.Pieter Loopuijt te Schiedam voor
de som van f 676.000,00.
Tijdens de verkoop stonden er in Het Koegras slechts 25 boerderijen, die door de
staat waren gebouwd en waarvan de hoeve die later de naam Johanna's hoeve kreeg
de eerste was. Die hoeve moet omstreeks 1821 gebouwd zijn.
Dat het toen nog een arm gebied was, blijkt uit het feit dat op die grote
Koegrasser oppervlakte van 3875 ha slechts 770 koeien, 150 paarden en 2800
schapen werden gehouden.
In 1849 was het nagenoeg uitsluitend grasland met maar weinig sloten en een zeer
slechte bemalingstoestand.
Loopuijt heeft in Het Koegras voor veel verbeteringen gezorgd.
Vaarten en scheisloten werden gegraven, duikers en hoofdwegen aangelegd en reeds
in 1852, dus drie jaar nadat hij eigenaar van Het Koegras was geworden, had hij
er 19 kapitale boerderijen bij gebouwd.
Op 5 juni 1872 overleed Loopuijt en erfden diens acht kinderen Het Koegras.
Zijn dochter Maria Elisabeth echtgenote van dr. Christiaan Joannes Veillant te
Schiedam kreeg ruim 447 ha toegedeeld voor een bedrag van f 284.547,00.
De Johanna's Hoeve maakte daarvan deel uit en was verreweg de beste boerderij
van de gehele polder.
Op 19 maart 1908 werd in Schagen de boerderij door de erfgename van Loopuijt
verkocht
De kopers waren de heren: K.Smit uit Ewijcksluis, J.Mugs uit Alkmaar, K.Slot uit
St.Maarten em K.Kriller uit Sohoorl.
45