Het daadkuiA j e en de vedboujMing Vit mcoi het laatóte deet van de jeughedtnnedingen van Jacob Baken Gzn. die op 5-5-1901 in CatiantAoog ivead geboden. Op veAzoek van de aedactie van 'de CZock' kad hij ze op papied gezet. 55 Ik schakelde daarom over op een schriftelijke cursus van het in die tijd zeer bekende Instituut Laurillard in Den Haag. Het geheel werd gecompleteerd met mondelinge lessen bij het naderen van het examen. Die werden in Krasnapolsky in Amsterdam gegeven. Door deze lessen' raakte ik meer en meer bekend met de finesses van de wettelijke voorschriften en begon ik te begrijpen welk werk ik op een secretarie kon verwachten. Toen in deze benarde tijd de distributie van levensmiddelen steeds meer tijd ging vergen en ik dat onderdeel niet meer alleen af kon, kwam er 's avonds wel eens een militair van het garnizoen Callantsoog helpen. Deze, niet bekend met de nukken van een petroleumlamp, had er op een avond geen erg in gehad dat ze was gaan loeven. Of was de militair misschien in slaap gevallen? Toen ik de volgende morgen op de secretarie kwam, bleek de loef zich te hebben neergevlijd op de tafel, de brieven, het blanco materiaal en ja, waar niet op! Want tot overmaat van ramp waren de gordijnen voor de beide kasten ook niet geslocen geweest. Het was in een woord: verschrikkelijk. De burgemeester was woedend Dat oude raadhuisje, gebouwd na de grote dorpsbrand van 1874 voor f1520,00, was eigenlijk gezegd een armzalig gebouwtje met nog e'e'n klein vertrekje. Daarin stond de ladder naar de zolder, waarop de rest van het oudarchief zeer primitief was opgeborgen. Ik heb het niet zo lang meegemaakt. Reeds het volgende jaar, dat was in 1918, werd een raadzaal aangebouwd en het geheel gerestaureerd. Het werd met veel vertoon op 26 juli 1918 in gebruik genomen. BudgemeeAtea Lovink steunde in vele opzichten het streven om Callantsoog vooruit te brengen en het speet de bevolking heel erg dat hij ging vertrekken naar Anna Paulowna waar hij op verzoek het burgemeesterschap vanaf 1 september 1918 voortzette. Op 30 oktober werd tot zijn opvolger benoemd J.Koster, wethouder van Schagen en hoofd van de gemeentelijke brandstoffencommissie voor Schagen en omstreken. Tijdens diens ambtsperiode solliciteerde ik naar de functie van le ambtenaar ter secretarie van Schagen, want ik had intussen de akte van bekwaamheid G.A.1 behaald. Ik werd daar op 1 maart 1921 benoemd. Slechts tien maanden ben ik daar gebleven. Inmiddels kwam deze functie ook in Anna Paulowna vacant. Ik solliciteerde er naar. Burgemeester Lovink had in de vergadering van B.en V. gezegd: "Is de sollicitatie van Baken er ook bij?" Dat was zo. "Dan kijken wt niet verder!" Ik werd aangesteld met ingang van 1 januari 1922. Ik meen dat ik deze korte weergave uit mijn veel uitgebreidere jeugdhermne ringen nu moet beëindigen, omdat mijn verdere loopbaan weinig heeft te maken met de historie van Callantsoog. Het geheet Medd bamengeAteld dood Wim LaAtddaged. VaadkuiA na de vedbouMing van 1918.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1990 | | pagina 15