Een ander recht van de heren van Callantsoog dat in feite onder de jacht thuishoort, was het recht op vogelari jtémÊÈr Onder vogelarij werd vaak verstaan het vangen van wild gevogelte, veer met veer, hetgeen wil zeggen MSjmr dat vogels met vogels werden gevangen. ^pajjlr (bij voorbeeld met valken) Ook bet recht tot het houden van vogelkooien, dat toinnvcuLk wil zeggen eendenkooien, werd dikwijls met vogela- 00 rij aangeduid. Een tiental jaren geleden is door de Callantsoger Jb.Baken Gzn. een historisch onderzoek vericht naar de vorm van vogelarij, zoals die in de heerlijklheid Callantsoog werd uitgeoefend. Uit dat onderzoek blijkt dat de heerlijkheid van oudsher al een grote vogelrijkdom bezat en als zodanig een der voedselbronnen voor de bewoners vertegenwoordigde. De vogels werden gevangen door het dichttrekken met een lange lijn van vlak op de bodem uitgestrekte netten waarover voer was uitgestrooid. De vogelvanger zelf zat daarbij in een schuilhut. Door de kooikers werden onder andere contracten afgesloten met handelaren te Amsterdam voor gevangen hoeveelheden. Naast deze vorm van vogelarij trof men in de heerlijkheid ook vogelkooien aan. Uit pachtcontracten uit de 17de en 18de eeuw valt op te maken dat in de heerlijkheid Callantsoog diverse vogelarijen regelmatig verpacht werden. Er is slechts één contract uit 1757 dat er met zekerheid op duidt dat ook op de strandvlakte vogels werden gevangen. Over de jacht op vogels, anders dan boven beschreven, is verder weinig bekend. Wel werd er intensief gejaagd op roofvogels. Een voorbeeld daarvan waren de arenden op de trek. Daar de arenden onder meer konijnen en hazen roofden, werden zij in die dagen als zeer schadelijk voor het jachtveld ervaren. In het begin van de 20ste eeuw werden regelmatig sperwers in het Zwanenwater waargenomen en minder regelmatig boomvalken, havikken en kiekendieven. Ook deze werden als rooftuig beschouwd. Vt aoo^vogelA woeden 6incU> k&t ingaan van dt UogehoeX 1936 buckeAmd. 'X zwaneiawacert (öeei 10) A

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1990 | | pagina 7