Q t zxmneracece Cöeel 9) KONIJNEN Ex uooJid deAkalvz nóeXó gzdaan om dn \it<ü.nz boeAun te. -ApaAcn. 13 Bij de rechten die op de heerlijkheid Callantsoog rustten, werd in 1611, naast het het jachtrecht, apart genoemd: het recht op konijnenvangst in de duinen. Dit geeft de betekenis weer van de konijnenvangst in die dagen. Konijnenvangst was een vorm van duinexploitatie die zich in de loop van de 16de eeuw ontwikkelde. Het konijn was gewild, zowel om de huid als om het vlees. Een stuk duin werd gepacht door een duinmeier die doelbewust konijnen uitzette en hiertoe gaten boorde in de duinen. In 1680 had de strandvlakte zich zodanig ontwikkeld dat de vrouwe van Petten en de heren van Callantsoog samen de vlakte als duinmeierij verhuurden aan Claas Kat. Al spoedig kwam Claas Kat in conflict met de regenten van de Zijpe. De konijnen bleven namelijk niet in de nollen, maar verspreidden zich en namen ook bezit van de Zijperzeedijk. Geen wonder dat de Zijpers hiertegen in actie kwamen, waartoe zij overigens gerechtigd waren blijkens het herdijkingsoctrooi van 20 september 1596 punt 3. De gemoederen raakten dermate verhit, dat de Zijpers het niet slechts op de konijnen doch ook op de duinmeier gemunt hadden en deze laatste met hagel beschoten Kat gaf de moed niet op en bleef na afloop van de huur in 1698 op de oude voet doorgaan, hetgeen hem in 1699 duur kwam te staan toen ene Bessel Gijsbertsz. Vos uit de Zijpe hem danig toetakelde. De conflicten wezen intussen op het groeiend economisch belang van het gebied en de noodzaak om tot grensafbakening te komen, hetgeen tussen Petten en Callantsoog in 1701 geschiedde. In 1702 bakenden de Ogers hun gebied met Zijpe af. Onder Zijpe vielen de Zijperdijk en een zijglooiing. Tot 1706 ondernam Zijpe niets tegen deze eenzijdige beslissing. In dat jaar echter nam de konijnenpopulatie zodanig toe dat hun dijk schade opliet. De inwoners van de Zijpe kregen weer de vrijheid in de dijk te gaan jagen. Het bleef niet bij jagen op de dijk; de Zijpers waagden zich ook op de strandvlakte. De opvolger van Claas Kat, te weten Cornelis Gerritsz. sloeg in 1710 een stroper dood. Na deze wandaad werd er een nieuwe duinmeier aangesteld. Dat was Adriaen Jansz. Sonnevelt. Hij kocht in 1710 de duinmeierij voor f 3000,00 met een jaarlijkse erfpacht van f 150,00. Samen met zijn grootvader, de duinmeier in de Pettemer duinen, was hij zeer actief. Zijn grootvader zou volgens verklaringen van 21 en 23 september 1713 tussen 't Oog en Petten meer dan 5000 gaten in de nollen hebben geboord. Niet alleen de regenten van de Zijpe, doch ook de boeren met landen.in de Kiefteglop en Hazekamer ondervonden veel hinder van de konijnen De Zijperzeedijk werd kaalgevreten, waardoor verstuiving plaats vond en de boeren zagen de dieren grote schade aan hun gewassen toebrengen. In 1713 dienden 19 inwoners van Callantsoog een verzoekschrift in aan Gecommitteerde Raden van Holland en West-Friesland met een klacht. De Schepenen en Heemraden, waar deze klacht uiteindelijk terecht kwam, reageerden hierop in 1714 negatief. De klacht zou overdreven zijn!

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1990 | | pagina 13