jeu£dheRinneRtng.en GedeeX tn het Izqa gz- kJZzzd de. ckau^zuA van jkn. van de Volt. Jacob Baken, geboren te Callantsoog op 5 mei 1901, heeft op verzoek van de redactie van 'de Clock' zijn jeugdherinneringen op papier gezet. Het betreft de jaren 1912 en nog een paar jaar later. Omdat ik op de lagere school goed kon leren, mocht ik van mijn ouders verder onderwijs 'genieten'. De keuze viel op de Rijks Hogere Burgerschool (RHBS) te Alkmaar. Dat was de plaats die in die dagen vanuit Callantsoog nog het beste te bereiken was. Het hoofd van onze lagere school, meester Langhorst, zou mij voor het toela tingsexamen 'bekwamen'. Zijn onderricht kreeg ik buiten schoolverband bij hem aan huis. Ik herinner mij nog dat hij mij bij het verlaten van zijn woning opmerkzaam maakte op verschillende sterrenbeelden. Ik mocht hem wel. Tijdens de grote vakantie verzorgde ik de planten in zijn woning. In de achterkamer, grenzende aan en uitzicht biedende op de speelplaats, stond een grote, goed gevulde boekenkast. Boeken hadden toen al mijn grote belangstelling en zij wekten bij mij de leergierigheid op. Het was op een dag in de zomer in 1913 dat mijn moeder met mij mee ging naar Alkmaar, waar ik het toelatingsexamen voor de HBS zou afleggen. In de trein zaten ook jongens uit Schagen met hetzelfde doel. Mijn moeder begreep uit hun gesprekken dat zij veel meer wisten dan ik en ik geen kans van slagen zou hebben. Zo kwam het ook af. Er werd mij onder andere een blinde kaart van Frankrijk voorgelegd. Ik moest namen van rivieren en steden noemen. Daarover had ik bij meester Langhorst maar weinig gehad.Het bleek onmogelijk om vanuit de zesde klas van onze dorpsschool na enige bijlessen van een leerkracht, die in dat opzicht weinig ervaring had, te kunnen slagen. Schager leerlingen hadden eerst nog een 7de en 8ste klas doorlopen! De oplossing was dat ik ook eerst naar die school ging. Een rapportenboekje dat ik nog bezit, geeft aan dat ik op 18 augustus 1913, ik was toen 12 jaar, op deze school in de 8ste klas werd toegelaten. Aan de geneugten van een onbezorgde jeugd zou nu een einde komen. Er zouden bijvoorbeeld geen dagen meer komen waarop we op 'het duin' stonden om de auto van de familie Van de Poll te zien naderen.Na aankomst bij de garage mochten we de chauffeur helpen de auto af te stoffen met een grote verenplumeau. Zo'n auto was een zeldzame verschijning in ons kleine dorp. Het was, meen ik 'een Spijker 1913 Zo'n auto woó een zeld zame. veAAcktjnlng tn om, dofvp.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1989 | | pagina 3