(deel i)
vyn 'óe buutte' haar ÖORpspLein.'
JB. BAKEN GZN.
7 937
Ve kabout&n. en de mijn wesiden van de AotA gekaald en het beeld, dat de
naam 'de l/ióóeAman' \uieeg, MeAd ojiop geplaatst.
Met een o^lcleel tintje het de 14de mei 7 93 7 aan de gemeente oveA-
gedAagen.
Vos, die steeds .met plannen rondliep om verbeteringen in zijn
dorp te kunnen aanbrengen, greep deze kans weer aan. "Na
verkregen toestemming van burgemeester Koster begon ik 's
avonds met grote schooljongens in het lage gedeelte van de
Buurt zoden, die goed waren, af te steken. Daarna werd het
overtollige zand van de wegberm naar het middengedeelte
gereden. Toen hebben we in het dorp en in de omgeving alle
grote keien bij elkaar gezocht om daarmede de hoop zand te
omkleden. Aan weerszijden heb ik nog enkele wisjes gemetseld
alsof het een overblijfsel van een oud kasteel was. Zó en
daarom kwam Callantsoog aan de rots." Bovenop zette Vos een
oude zeemijn, waarvan hij een vaas had gemaakt en een oude
boomstronk met een kabouter, die in 1925 toen er waterleiding
in het dorp kwam, ook nog spuiten kon. Het was niet zon fraai
geheel. De bewoners hadden er ook al de schertsnaam "De ramp
van Borculo" aan gegeven, nadat dit stadje op 10 augustus 1925
door een wervelstorm getroffen werd. Vos erkende dit
ruiterlijk en schreef in zijn memoriaal: "Ik vermeldde al dat
de rots was voorzien van een niet al te gelukkig gekozen
versiering." Deze was dan ook een doorn in de ogen van mej.
Annie op 't Landt, een beeldhouwster uit Amsterdam, die veel
in haar zomerhuisje te Callantsoog vertoefde. Zij stelde voor
inplaats daarvan een passend beeld te maken. "Op een goede
dag kreeg ik bericht dat zij het beeld klaar had. en of
ik het wilde ophalen. Om kort te gaan ik reed met m'n Fordje
naar Amsterdam en haalde het op. Dat verliep allemaal goed
totdat ik bij de terugreis op het Velserpont stond en mijn
auto stopte. Met behulp van het pontpersoneel wisten we hem
ervan af te duwen en na een tijdje slingeren was hij weer op
gang. Na een martelgang met deze auto kwam ik laat in de
nacht met de Visserman, zo werd het beeld gedoopt, in
Callantsoog aan. Toen heb ik 't op de rots geplaatst en met
een officieel tintje hebben we het beeld op 14 mei 1931 aan
de gemeente overgedragen."