In dót veAband dient nog veameld te ivo aden de Vogelwet 1936
waaamee aJULe tn het wild Zevende vogels beschermd maden met
uitzondering van de Zn de Jachtwet ondea enige categoaie van
wiZd livaaaondea die van schadelijk wild) aangewezen sooaten.
Ondea de beschermde vogels waaen alle aoofvogels begaepen. Ve
Jachtwet 1954 noemt ais schadelijk wild:
houtduiven, zwaate kaaaien, bonte kaaaien, aoeken, kauwen,
vlaamse gaaien en eksteas.
aoek
1953
Ve jacht op fazanten in de duinen
is altijd eag populaia geweekt.
Sinds ea geen fazanten meea woa-
den uitgezet is op de meeste
plaatsen het aantal steak teaag-
gelopen.
Tekening: R.Beentjes
Ontleend aan: Vuin en milieu
'aegt tot uitoefening van de privatieve jagt ovea de geheele
uótgestaektheid dea gemeente Cailandsoog'
Woadt veavolgd.
vlaamse gaai
61
Volgens de jachtwetten 1923 en 1954 kon het jachtgenot
bij de eigenaar of de gebruiker van het jachtveld
liggen, alnaargelang overeengekomen.
De heren van Callantsoog maakten ofwel zelf van hun
jachtrecht gebruik, danwel verhuurden het recht aan
derden, waarvan nog enkele stukken getuigen. Zo
machtigden zij in 1785 en 1786 de houtvester om aan de
meesterknapen en andere personen jachtpermissies
binnen de heerlijkheid te verlenen. Met een
huurcontract uit 1844 werd ene Bernadus Filmer voor
vijf jaar huurder van hetf
De heer Prévinaire geeft in het
proces over helmplanten ervan blijk dat hijzelf de
jacht uitoefende of jachtpermissies verleende. Vanaf
de oprichting van de N.V.Het Zwanenwater blijkt dat er
regelmatig, met uitzondering van de periode 1940-1945,
inkomsten uit verhuur van de jacht binnenkwamen. Het
schadelijk wild werd tot 1 795 door de meesterknapen,
na afkondiging van de eerste Jachtwet door
jachtopzieners zoveel mogelijk afgeschoten.