\vwr in cAH^ncsoo9
Atoland E. de Jong liep opnieuw zijn vluchtweg.
In de inleiding schreven we al dat de in Amerika wonende A.E. de Jong
altijd nog eens terug wilde naar de plek, vanwaar hij in 1941 naar En
geland was vertrokken.
Dat gebeurde in september 1987 en later nog eens in mei 1988.
De eerste keer sprak Arie ten Boekei met hem en de tweede keer waren
het de heren C.W.J.Schaap en W.Unk aan wie hij het een en ander kon
vertellen.
Samen met zijn dochter en bovengenoemde heren heeft hij toen opnieuw
de vluchtweg gelopen.
Het viel hem op dat nu de duinen hoger zijn dan destijds.
Tijdens beide ontmoetingen heeft de heer A.E.de Jong veel verteld over
de gebeurtenissen in 1941. In hoofdzaak vinden we zijn verhaal terug
in de door de heer C.W.J.Schaap geschreven samenvatting.
We kunnen daar nog aan toevoegen dat de heer A.E. de Jong liggend ach
terin de transportwagen half augustus 1941 naar Callantsoog kwam. Die
wagen werd door de broer van de Engelandvaarder J.Emmer gereden. Deze
bracht de auto ook weer naar Amsterdam terug.
Verder zegt 'onze Engelandvaarder' vele malen dat:
Hij zi.c.k nog heden ten dage vetwondead oven. de. gnote inzet
van alten die. geholpen hebben bij de vlucht.
Zodoende kon alteA AucceAvol venlopen.
Hij ii, ziek bewuAt dat velen kun leven hebben gewaagd en Ia
nog bteedA dankbaaa voon al die kuip.
26