HAAR en£ClAn£>
Samenvatting van de yooabejieiding en de ovenAteek
C.W.J.SCHAAP
Medio 1987 werd de redactie door ons lid, mevr.T.Schouwenaar-de Jong telefonisch
benaderd met de vraag of wij op de hoogte waren van een 'Engelandvaart' vanaf de
'Hoeve Oranje Vrijstaat' in de gemeente Callantsoog in de nacht van 17 op 18 sep
tember 1941. Haar vader Cor de Jong jr. werkte in die tijd op de boerderij.
Uit een voetnoot op bladzijde 349 van het door Frank Visser geschreven boek De
Schakel, Geschiedenis van de Engelandvaarders' bleek ons dat op 18 september '41
vanuit Callantsoog naar Engeland vertrokken waren:
J.G.Broekman, gemeente-ambtenaar in Amsterdam, tevens reserve-officier der arti1 -
terie.(Overleden in 1969)
K.H.Schilp. (Overleden in 1982)
R.E.Sanders. (Overleden
J.Emmer. (Overleden te Mauthausen, werkzaam geweest als agent van de Secret Over-
seas Service)
de Jong.
Verder-werd er in bovengenoemd boek over deze Engelandvaart niet gerept.
Na onderzoek bleek dat de voorletters van laatstgenoemde heer A.E. waren en dat
hij op 22 september 1919 te Londen was geboren. Hij woont momenteel in de Vere
nigde Staten.
Met hem opende de redactie in januari 1988 de correspondentie, hetgeen uiteinde-
lijk leidde tot een persoonlijke ontmoeting op 11 mei 1988 op 'Hoeve Oranje Vrij
staat'
Maar hoe kwam deze Engelandvaart weer in de publiciteit?
Eind december 1982 ontving de secretaris van de Koninklijke roei- en zeilvereni
ging 'De Maas' een brief van lieutenant commander J.S.Watt D.S.C. RNR. Bij de
Nederlandse Marine zou hij aangeduid worden als: luitenant ter zee der eerste
klasse bij de Koninklijke Marine reserve.)
In deze brief vroeg hij inlichtingen over een vijftal Engelandvaardersdie hij
als commandant van HMS 'Solon' in het voorjaar 1941 op de Noordzee ten oosten van
de Haisborow Sands had opgepikt.
Deze brief werd doorgespeeld naar de 'Stichting Engelandvaarders', waar men in de
archieven inderdaad enige aantekeningen aantrof.
Men nam tevens contact op met onder meer mevr. T.Schouwenaar-de Jong te Assen
delft.
Uit een en ander bleek dat K.H.Schilp een verslag had geschreven en dat deze al
in 1940 in contact was gekomen met J.G.Broekman. Beiden zaten in het verzet en
hadden het plan opgevat het bezette Nederland te verlaten. Zij waren het er over
eens dat dit moest gebeuren op een plaats die op een onopvallende manier te be
reiken was en waar het duin niet te breed en te hoog zou zijn, zodat een boot ge
makkelijk op het strand gebracht kon worden.
Die plaats werd in Callantsoog gevonden. De boerderij van Cor de Jong, die op on
geveer 150 m afstand van de duinen lag, bleek een ideale plek te zijn om de boot
tijdelijk te verbergen.
Ondertussen hadden de heren Schilp en Broekman een bootje, een jol metbuiskap,
gevonden. Na een proefvaart op de Diemerplas in Amsterdam bleek echter dat hier
van de stabiliteit onvoldoende was. Het werd dus afgekeurd.
Bovengenoemde heren hadden inmiddels A.E. de Jong gevraagd om ook mee te gaan
naar Engeland. Deze de Jong was tot het uitbreken van de oorlog 5e machinist bij
de Rotterdamse Lloyd geweest en zat eveneens in het verzet. Hij verzorgde vanuit
Amsterdam het radiocontact met Engeland.
23