Wij naar het strand, de fiets mee en ja hoor, enige dammen voorbij Callantsoog, richting Petten, lagen tussen een paar dammen 18 baddings. Er waren erbij van wel 5 meter! (Een bedding is meestal 16i cm breed en 6£ cm dik.) Ze waren lood zwaar van het water. De vraag: wat doen we er mee? Aangeven of thuis zien te krijgen, werd door mij gauw opgelost. "Vader, we proberen ze thuis op zolder te krijgen. Als ze ons zien, hebben we pech gehad. Zien ze ons niet, dan hebben we een leuke cent ver diend!" Twee van die zware knapen op de fiets, één sturen en de ander duwen. Negen maal hebben we dat ritje gemaakt. Negen maal spanning en de angst dat je gezien werd. Zweten als een otter, maar tenslotte lagen ze bij mij op zolder,, Maar door dat hout op zolder te schui ven, was er zand op mijn schuurtje en op de weg gekomen. Dat moest worden wegge veegd. Ondertussen begon het al wat 1 icht te worden en ik was bang dat er volk langs zou komen. Als dat verkeerd volk was, dan was onze moeite voor niets ge weest en ja hoor, daar kwam iemand aan fietsen. Een beetje schuin kijkend zag ik dat het Teun Mooij - de knuppelaar- was. Dat was een opluchting, want daar had ik niets van te vrezen. Vaak heb ik gedacht wat zou Teun nou wel van dat ve gen zo 's morgens vroeg gedacht hebben! 's Avonds zijn we naar de timmerman Piet Vos gegaan en hebben we hem ge vraagd of hij eens wilde komen kijken. Piet Vos kwam, hij kon het hout ge bruiken, maar ik moest wel de merken aan de kopse kant er afzagen en het hout met latjes er tussen laten drogen. Als het voldoende gedroogd was, meest ik het maar brengen! We zouden er een goede prijs voor krij gen! Maar ja, het moest wel bij de werkplaats afgeleverd worden, met weer de kans dat we gezien zouden worden. Enige weken daarna, op een donkere a- vond, hebben we de stap gewaagd en brachten we het hout bij de werkplaats van Piet Vos. Gelukkig werden we niet gezien. Al met al hebben we een flink risico gelopen, maar de voldoening dat het ge lukt was eri natuurl ijk de financiën niet te vergeten, vergoedden alle spanning en alle zweet! Het was een goed verlopen juttersavon- tuur. Maar het mooiste kwam nog later. Onze dochter werd op 28 oktober geboren en dat brengt natuurlijk een hoop onkosten mee. Je verdiende toen niet zo veel, dus was iedere gulden die je extra verdiende wel kom. De andere dag kwam Piet Vos langs. Die zei:"Ik kom even afrekenen, want dat geld zal je nu wel goed kun nen gebruiken.Dat konden we inderdaad, maar dat hij daaraan gedacht had, vonden we erg aardig van hem. Toen kort daarop de kolenboer Woud Roos met kolen kwam en hij tegen me zei dat ik maar rustig aan moest doen met betalen, kon ik om de rekening vragen. Die kon ik dank zij ons jutje meteen betalen! Zo zag PteX Smit een jutten.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1989 | | pagina 8