BADPLAATS CALLANTSOOQ, N EL.'WE LAAG H.
1918 Vz zuidoo*tzijdz van dz Nizuwz Laag'
Gzkzzl link* zzn bozAdzAijimaa vzlz jajizn dz tfarruJUz Mooij woont. Ma
*taat op diz plaat* zzn gnozntzzaak.
Vaah.naa*t hzt anmznkui*, waaain vizn. bzkoz^tigz gzzinnzn zlk zzn Auim-
tz kzbbzn. In 1931 i* kzt a^gzbaand.
Vz gaotz boetidzAij in kzt middzn i*jaaznlang dz bakkzAij gzwzz*t van
Jooi* Bakzn zn latza van Ba* zn Gzjuiit van Vzlfit. Op 19 augu*tu* 7 923
ii> kzt pand in vlammzn opgzgaan.
3
We gaan 'nog even terug in de tijd en wel naar 8 maart 1871, toen de
Raad een verordening vaststelde over het gebruik van de Dorpsweg
waarlangs over de gehele lengte een greppel was gegraven. Er was
toen -zo begrijpen we- slechts één rijweg door het dorp. Dat klopt
ook wel. Het valt af te leiden uit een verzoek van de kastelein
Jacob Mooij Mzn.dat de Raad op 23 april 1892 behandelde:
Mooi j die aan de oostzijde van de Buurt woonde, verzocht ''om een
rijweg vanaf zijn woning dwars over de Buurt naar de STRAATweg van
de Oude kaag (de Heereweg van oudsher) te mogen maken. De
raadslieden voelden er niéts voor, beter vonden zij het ook de weg
aan de oostzijde te bestraten. Deze werd na gehouden aanbesteding
aangelegd door de metselaar Jacob Overtoom te Schagerbrug voor
f. 1.500,00 (350 m'). Vanaf die tijd waren dus beide wegen langs
de Buurt bestraat.
Vooavooa in dz plaat* i* vooi Pizt SlijkzAman zzn nizouwz bakkzaij gz-
bouwd. Hzlaa* ook dit pand baandt a{> zn wzl op 21 maaat 7 932. Van
kzt dacuina gzbouwdz woon-winkzlpand lbouwko*tzn 6070, 555} *taat ook
nu nog kzt gaootótz gzdzzltz. Tkan* i* bakkzA v.d.Plozg dz zigznaa*..