Natuurlijk, hebben we hevig moeten slikken, toen we de zoveelste keer het dorp binnenrijdende, een ogenblik sprakeloos stonden, omdat de zo unieke grasvlakte op het Dorpsplein op verscheidene plaatsen was herschapen in een soort Maginot-linie met bastions en rondelen. Eén troost was er na deze hevige schok. We zagen een heel oude bekende weer terug. Het stenen vissersmannetje was er weer, terug van weggeweest. Vrijwel op dezelfde plaats, als waar we deze zwijgende figuur voor het eerst hadden ontmoet, in de stromende regen op Hemelvaartsdag 19A7 tijdens onze eerste expeditie naar Callantsoog, op zoek naar de kampeerboerderij; .■nabij de Duitste bunkers. Later lazen we in een tijdschrift van de Nederlandse Baksteenindustrie, dat de gemeente Callantsoog met deze drastische reconstructie van het Dorpsplein een prijs had gewonnen Dat die prijs afkomstig was van de baksteenindustrie zelf, mag geen verwondering wekken. Al die veelkleurige steentjes, dat moet een beste order geweest zijn. We hebben Callantsoog ook groter zien groeien. Met woonwijken kamerbreed. Aan de landzijde uiteraard, want op zee valt niks uit te breiden. Helaas heeft dat nieuwe gedeelte niet zo'n charmant stratenpatroon als het oude dorp. Twee keer maakten we in Callantsoog een Koninklijk bezoek mee. Een keer zagen we Juliana op een prachtige zomerdag langs rijden tijdens een werkbezoek aan de Kop van Noordholland en op weg naar een pick-nick in het Zwanenwater. Een paar dagen later zagen we daar op een duintopje de achtergelaten resten van de Koninklijke maaltijd. Blijkbaar had de Opperstalmeester die dag geen weet van de bekende ANWB-slogan "Laat niet als dank voor het aangenaam verpozen, de eigenaar van het bos de schillen en de dozen". En de vorstin van het land Beatrix zagen we verwelkomen dooi de in Callantsoog heel bekende vorst van de zee, de Griekse god Neptunus. Die dag hoorden we voor het eerst het Callantsooger volkslied weerklinken. Zelfs een van de meest vermaarde vergaderingen vap de gemeenteraad maakten we mee, toen het besluit moest vallen of Callantsoog al dan niet ruimte zou scheppen voor het eerste officiële naaktstrand van Nederland of Europa, daar wil ik van af zijn. De oude heer Vos leidde toen op straat tevergeefs een protest-demonstratie. Uit zijn bezielende redevoering herinner ik mij nog de snedige opmerking: "Wat hebben we aan die lui? Ze hebben niet eens een achterzak om een portemonnaie in op te bergen" Callantsoog, ik hoop, dat we nog :vele jaren van je zullen mogen genieten, van je unieke sfeer, van je rust (in het voor- en najaar dan) van je strand natuurlijk en van je Westfriese gemoedelijkheid. Eén wens vergezelle je: "Dat je zelfstandig mag blijven", want inlijving bij een andere gemeente, dat is toch niets voor een dorp van jutters en andere vrije vogels? NaAcksUit Hierbij het laatste artikel 'Historische beschouwingen van een badgast'. Deze keer voorzien van een tekening van de bekende Water]andse tekenaar MamUzn OonXm.}n die ook veel Westfriese boekjes heeft geTllustreerd. H1j heeft mij toestemming gegeven om de enige tekening die hij ooit van Callantsoog heeft gemaakt, 1n het blad van de Historische Vereniging' Callantsoog af te laten drukken. De tekening dateert van 1976. Met vriendelijke groet, Joop J.Juist

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1988 | | pagina 5