»*»*M En nu hebben we al lang en breed ons vierde lustrum als Callantsoog-gangers achter de rug. Een derde generatie hond zit op de achterbank van de auto en begint prompt te janken van pleizier als we, hetzij in het voorjaar hetzij in de herfst, na de Stolpen te zijn gepasseerd, de laatste scherpe bocht vóór Callantsoog nemen en de bekende kerktoren weer voor ons oprijst. En iedere keer, als we de Wijde Bliek voorbij-- en het Dorpsplein oprijden om vervolgens langs de stolpboerderij met het toompje kippen op het erf de Lepelaarsweg in te slaan, is er de vraag: "Wat is er sedert de vorige keer veranderd? Staan alle huisjes er nog, of is er weer een gemoderniseerd en aangepast aan de nieuwe tijd?" Want we hebben wat dingen zien veranderen. We hebben .gezien hoe het duin op Delta-hoogte werd gebracht.Er was zelfs een tijdlang sprake, dat een van onze eigen huisjes van de personeelsvereniging zou moeten wijken voor de noodzakelijke versterking van de kustverdediging. Met verdriet zagen we het oude zo karakteristieke KNZHRM-station sneuvelen. Met gemengde gevoelens misten we op een keer het goedige vertrouwde gemeentehuisje dat plaats moest maken voer een nieuw bestuurlijk centrum. Gelukkig bleef het eenvoudige er. daarom zo treffende monumentje voor de gevallenen van het dorp bewaard. Het komt nu zelfs nog wat bete-r uit. Het nieuwe postkantoor, ja, daar moesten we met nog meer kracht aan wennen. Nog kunnen we met enige heimwee terugdenken aan de Oostzijde van het Dorpsplein, toen ook de stolp, waarin nu een winkel voor vrijetijdskleding is gevestigd, nog ongerept was. Maar gelukkig, de stolp staat er tenminste nog. Dat kunnen we helaas niet meer zeggen van het 'huisje met de regenwaterbak dat zo lang het gezicht van de Noordzijde van het plein bepaalde. Na enige jaren een ruïne te zijn geweest, was het op een keer spoorloos verdwenen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1988 | | pagina 4