In het begin van de 18de eeuw liet secretaris Pi eter Willemsz.MulIer oor eer
boerderij plaatsen. Zijn schoonzoon Jan Harge, die na hem secretaris var Cal-
lantsoog werd, was een kleinzoon van Adriaan Cornelis Vader. Jan Harge was
een medehuurder van het Buitenveld. Hij begon ook een boerderij te bouwen,
die hem tijdens het beruchte proces in 1740/1741, nog niet geheel afgeoouwc
werd ontfutseld door Van der Mieden.
Die liet de boerderij afbouwen, doopte haar 'Keetenburg' en betrok haar al:
bui tenhui s
Ook over een storm op 1 januari 1767 worden we ingelicht door corresponden
tie tussen de Heer Smeding en baljuw Jan Kooter. Smeding schreef:"dat hij in
de Haarlemsche Courant had gelezen dat op het Coegras door de N.W.storm var
Nieuwjaarsdag 500 a 600 schapen en duizenden conijnen waren verdronken.
Dat is waar," antwoordde de Baljuw op 2 januari, "er zijn aldaar enige
schapen verdronken zoo als ik hoor., bij gis 450.Naar schatting 450.
Hoe is het Keetenburg verder vergaan?
Nieuwe huurders van het Buitenveld huurden later deze woning en verzochte:
op 15 augustus 1769 aan de Heeren van Callantsoog om er een 'herberg' en eer
tappersneringe' in te mogen vestigen.
Maar eer de Heeren er een beslissing over namen, "ging het gebouw verloren
door een extraordinaire zwaren brandt en het gantsche huijs; genoemd Keeten
burg met alles wat daar in was door het vuur is verteerd en bovendien nog
een groote quantiteyt hooi en andere goederen."
'de KLHlME KEET'
lag -li km ten
zaeden van de
teg enwooA.dc ge
Vonkeie Vuinen
en ±7 i km ten
naaiden van de
GROOTE KEETEN'.
Een tekening alt het boek van Henk School.
Ze&hondet.d jaai moten, en tand'
Vit boek weid uitgegeven dool Motten t
Giuitingen in 1973
IV hoerde ril dc 'Kleine Keet', gelegen onder het noordelijk gedeelte van cc- Zirtddij.
N.'-irAlbcrt Kjokert. ARA-Hingman, nr. 175; 1755.
Opmerking
Op het kaartje in 'de Clock' no.4, jaargang 1987, fc.l2.62, staan rechtsonderaan
de namen: Out Keick Ho^> Sinckei Sant en Goen.ee,
Dat waren de namen van duinvalleien.
(Geen duintoppen!)