i isc oncscAAn van Qroocb- Keecen
ZANDDIJK - GROOTE KEETEN - OGERWADDENGEBIED KOEGRAS
Jb. BAKEN GZN
De vier Heren van het Oog hebben het gebied ten oosten van de Zanddijk steeds
aan enige boeren in pacht uitgegeven.Vooral de 'Vaders' zijn vele jaren pach
ters geweest.Meestal pachtten ze een i portie van het Buitenveld.
Medegebruikers van het land hebben in de hoek waar ook 'Vaders keet' stond,
soortgelijke keten geplaatst.
Zo ontstond op de. HelmcLijk, nabij de Zanddijk, hel gekucht 'Keelen'.
Op 13 december 1741 schreef Van der Mieden aan zijn medeheren: "...ons duijn,
in de herfst met helm bepoot, door de storm van 26 op 27 November 1741 is al
les verloren. Op het Buijtenveld was geen heuveltje droogh, maar alles een
formele zee en in het huijs van Vader stond het water twee tegeltjes hoogh
aan de Haard; aan mijn Huys - Keetenburg - stond het tot aan de deur, die met
mest en aarde moest worden dight gemaakt.
Des middernaghts kreeg Hillebrand Hillebrand Muller, een der boeren) soo
swaren aanslagh van water op zijn huijs dat hij voor instorting vreesde en
daarom zijn kindertjes door het water den Helmdijk langs naar mijn Huijs
braght om haar te bewaren voor ongeval..."
"En hel was tenaaivennood"zo blijkt uil een ne-
quezt van 17 juni 1751, "dat Adhiaan l'aaen en
Hillebnand Ultiems z. Muilen, twee pachten*hez
leven behielden, wondende inzondeAheid de laat*te
sig aan de staant van een swemmend paand vast
houdende wel dniehondend noeden ven ±160 m
doon 'den Gnooten Slenck' naan de hoogten* van
den Zanddzjk opgesleept; stnoomende het wazen
doon de hulzen en doende alomme een soo gnoote
schade dat sij van heeden al nog wel tien jaanen
wenk hebben dien jatalen dag te boven te koomen."