urits aw" mef Hr-Ms. 'johan Ma H. Dekker, KTZ(T) b.d. •én: Hcfv/rakopdêZê9' bodem. Schets naar de bevindingen van meer dere duikers. Het zal niet zo vaak gebeuren, dat men na 47 jaar een gezonken oorlogs schip wéérziet. Onlangs overkwam mij dat en die ervaring wil ik de be langstellende lezers niet onthouden. Velen zullen weten, dat de kanonneer boot 'Johan Maurits van Nassau' in de meidagen van 1940 zéér succesvol tegen de Duitsers is opgetreden, met o.a. als gevolg, dat deze op 13 en 14 mei niet via de Afsluitdijk West- Nederland konden bereiken. Bij het uitwijken naar Engeland, laat in de middag van 14 mei 1940, is het schip na een Duitse luchtaanval, in het ver lengde van het Schulpengat, op onge veer 5 mijl uit de kust bij Callantsoog, gezonken Uitvoerige gegevens over het schip, zijn bouw, reizen en eerdere lotgeval len zijn overzichtelijk verstrekt in het decembernummer 1984 van dit blad ('uit de Miljoenenhoek 11 De luchtaanval tegen de avond, die het schip noodlottig zou worden, zag ik vanaf Hr.Ms. 'Medusa', die met een flink aantal adelborsten in de bo- venrol kort tevoren uit Nieuwediep was vertrokken en enige mijlen vóór de Johan Maurits' voer, eveneens richting Engeland. De ondergang van het schip na een grote explosie in het voorschip maakte een onuitwisbare indruk op ons jonge gemoed en is mij altijd bijgebleven. Door mijn huidige werkkring kwam ik in contact met de voorzitter van een Texelse duikclub, waarbij bleek, dat hij - zelf ook oud-marineman - en zijn clubleden om uiteenlopende rede nen eveneens veel belangstelling had den voor het wrak. Op mijn verzoek eens mee te mogen voor een duiktocht er heen werd heel positief gereageerd en zo kwam het, dat we op 1 septem ber jl. vanuit Oudeschild vertrokken en vanaf het Marsdiep bij benadering hei fataal gebleken traject van 14 mei 1940 volgden naar de positie van het wrak. Na een uurtje zoeken met mo derne navigatie-apparatuur, zoals schrijvend echolood en sonar, werd het gevonden; het staat overigens ook aangegeven op zeekaarten, o.a. op nr. 1452. Na een verkennende duik door de duikleider, waarbij tevens na iden tificatie een afmeertros aan het wrak werd vastgemaakt, kon ik op de zee bodem gaan kijken. Het was een zeer bijzondere gewaarwording om na on geveer 15 m dalen langs de tros (tevens afdaaleind voor de duikers) de con touren van het schip te zien opdoe men. Het wrak bleek op ongeveer 18 m diepte (hoogwaterkentering) te lig gen, in strekking globaal Oost-West, dus met de steven landwaarts gericht. Blijkbaar is tijdens de actie of bij het zinken het schip vrijwel op tegenkoers komen te liggen. Volgens mededelingen van de andere duikers, die bijgaande 'artist's im- pression' hebben vervaardigd, is er van het uiteengeslagen voorschip, in clusief de twee 15 cm-kanons, weinig meer boven het zand zichtbaar dan enige losse delen, ogenschijnlijk zon- der verband met de hoofdbestandde len van het schip en enige tientallen meters daar vandaan gelegen. Het achterdeel van het 78 m lange schip staat min of meer rechtop in het zand met wat slagzij over BB. Het duik- vaartuig lag 'afgemeerd' op een (goed geconserveerde) schulp vlakbij de achtersteven, die ongeveer 1 meter uit het zand steekt. Bij het redelijk goede zicht onder water 3 meter) was dui delijk te ziendat het schip uiteen be gint te vallen (55 jaren na de bouw!) door corrosie, erosie en stroom; zo lag nu een flink deel van de BB- buitenhuid op het zand, met een rijtje- correct geblindeerde patrijspoorten naast de romp. Een deel van de teak houten dekplanken op het achterschip zat nog slechts aan de voorzijde vast en deinde langzaam in de stroom op en neer; binnen niet te lange tijd zullen ze loslaten. Daaronder is het stalen dek vergaan en kan men in de holle ruimten blikken. Er ligt veel klein ma tei ieel op dek en buiten de romp in het zand, met erbij de op wrakken in Ne derland vaak voorkomende restanten van vissersnetten. Dichtbij het achter schip aan BB ligt een granatenhouder op de bodem, met, daaruit ongeveer 25 cm omhoogstekend, de kop van een 15 cm-granaat, ogenschijnlijk ge heel intact. Deze 'vondst' werd zorg vuldig met rust gelaten. Hetzelfde gebeurt overigens met het inwendige van het schip: voorzover ik heb gehoord -- ik twijfel niet aan de juistheid - waagt men zich niet in het desintegrerende schip. Ook respec teert men het feit, dat dit een oorlogs graf is: strijdend vergaan met enige opvarenden nog aan boord, Eén van de nog goed bewaarde resten is het 15 cm achterkanon, dat enige meters uit het dek omhoog torent (het dek eromheen lijkt ingezakt) en zich duidelijk in het grijs-groenige water aftekende; de loop ligt nagenoeg hori zontaal over de achtersteven gericht. Het stuk geschut lijkt nog gaaf, met intacte schilden (volgens de duikers was tot voor kort de baks- en eleveer- inrichting nog beweegbaar!). Het ge heel is prachtig begroeid met een ge slote n laag zeeanemonen en andere zeedieren en -planten in allerlei pastel tinten. Achter de schilden, in hun schaduw, was een rijk visieven zicht baar. Helaas kon door de beperkte duiktijd (een functie van diepte, meegenomen persiuchtvoorraad, watertemperatuur en stroom) de verkenning niet lang worden voortgezet; ik hoop op een spoedig vervolg. Het was een intense, emotierijke bele venis!

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1988 | | pagina 10