Opmenklng Op de vonlge bladzijstaat als laatste zin"AIduS llght den Ouden Sanddljk m- sentlijk binnen en buljten BaAmte geheel venionen." Ve schnljveA bedoelt daanmee dat de gehele Sancit Vljek onden ket zand gestoven Is Ve binnen BaAmte Is de schuine zijde van de dijk die aan de kant van ket Bulj- tenveld ligt. Vus de oostzijde. Ve buljten BaAmte ss de i>ehulne zijde cLle naaA de zee geAlckt Is. Vus de west- zIj de. [Itegbenm. Zou ket wondje benm afgeleid znjn van BaAmte? I Op ket kaaAtje kan men zien dat tegen de 'Sandt Vljek' ket 'Bewassen Landt' lag. 'Bewassen Landt' betekent 'begnoeld land'. Aan de oostzijde van het buitendijks gebleven waddengebied werd het door aan slibbing opgehoogd en ontstond langs de vroegere strandwal binnen een halve eeuw een formatie van schorren die vooral in het zuiden een merkwaardig aan eengesloten rug vormden, genaamd 'Het Koegras'. Toen werd daaronder verstaan een strook nogal bewassen land in de vorm van een langgerekte landtong, die zich nabij 'Groote Keeten' in noord-oostelijke richting uitstrekte. Naderhand is de naam 'Koegras' op de hele streek overgegaan. Ook Schoorl begint hoofdstuk XV van zijn zeer gedegen en uitvoerige studie: "Zeshonderd jaar water en land" (1973) aan met de woorden: "De verlanding tot land worden) en begroeiing van het Koegras begon eerst recht na de aanleg van de grote Zanddijk. Op 28 april 1610 vond daarvoor de besteding plaats en daarna konden de werkzaamheden beginnen. Er werd een 'bekwame keet' gezet die onderkomen moest bieden aan de dienstdoende Raden en opzichters. Ve eenste boendenljen van 'Gnoote keeten'. Veze keet nn de koek die de Zanddijk maakte met de Heimdijk [zle kaantjes) uill Schoont zien ali> het begin van de buuntschap 'Gnoote keeten' Na de voltooiing van de Zanddijk be stemde AdAcaan AdAcaanz.Vaden deze bunten dienst gestelde keet voon een toevlucht voon zijn vee, dat op het Buitenvetd gnaasde. Op een kaant van Vinck Abbestee tut 1652 slaan In bovengenoemde koek cUvce 'keten' getekend, waanonden \Jadens- keet' Ook In de komende jonen komt deze be naming nog voon. De toeneming van de beweiding van het Gors Buitenveld, Koegras) gaf aan leiding om de 'eerste keten' te vervangen door boerderijen. Men woonde ^dan dicht bij het Buitenveld en kon bij dreiging van stormvloeden het vee tijdig naar de Zanddijk drijven. "Deze dijk is altoos, voor zover op onze gorsen gelegen, bij onze boeren van 't Buitenveld gebruikt tot een berging van hun vee in tijd van water of opko mende vloede." (Memorie Van der Mieden). naan Vinck Abbestee. 1657

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1987 | | pagina 9