owk ra&kc möen en zo...
Dit gedicht stond in 1915 in de Schager Courant.
Ve vooizittei wil eens,
Vat laten ondeizoeken.
Maai een andei Raadsheei zegt.
"Gaan juitte nou niet zoeken.
t Is vieesetijk aanstoot' lijk
Wat men daal soms wel ziet"
Zegt nog de buigeivadei.
Maai wat, dat zegt hij niet.
Ik vind, laat 't Witte Kluis,
Vie diinkpui maai bet,pieken,
En laten wij ei nu
Ons hoold toch niet mee bleken."
Vat laat hij kun te denken,
Schoon van den achtbien Raad
Ei hoogstens maai één tuk'te
Wel eens het stiand opgaat.
Wat ei omtient dien bak
Ten slotte li bespioken,
Veimeldt de 'Schagei' niet
Wat zijn ze opgeschoten!
Een and'ie kwestie komt
Tei tal el vooi de vad'ien,
Ze zulten niet vooi niets
Zoo langen tijd veigad'len.
0, naie zameltijd!
Wat geelt ge veel veidiiet!
Ve Coogalslands calé's,
Ze gaan nog eens failliet.
Ve houdeis kwamen dus
Ven acht'bien Raad eens vlagen
"0, geel, o geel ons toch
Een uuitje lang ei dagen.
Het is wel niet zoo diuk,
We zien na tien geen kop,
Maai laat ons allen toch
tot ell uien op.
't Is einst bij B. en W.
't Kdvies -is:'Wees ei vooi.
Thans zondei veel gepiaat
Vindt het veizoek gehooi.
Ha ingekomen stukken
Komt dan de leuzentaait,
Waai heel de Raad van smult
En toch zijn einst bewaait.
Het dagelijksch bestuui
Wenscht hiel meel zed'lijkheid.
Het heelt een vooistel dus,
Want heusch, t woidt nu tijd
Want, als je soms gaat kijken
Op Coogalslandsche stiand
Van zie je ze nakend
Ve bad'eis. Wat een schand!
Vaaina kwam nog de londviaag
Vie buigemeestei plaagt
Met Benjamin als hooldman,
Vie allesalles viaagt
Voius
HSr. jr' 'flttluit
?t0o*-8te
na°t, w'o,'at
ee°8c^^
So*h lm hl] h Diet-
kwa d 0Pga&t
hè/
^ai hft esü ^Qe8,"
-P sa*t t t>M-
"sa
li>,« r-tn
a-i-M-i Benfetn?8s'ef,^e r°ödVr»n
<-> Ui noojrit--
■K
•K
«K
•X
•X
•K
•K
•X
•X
■X
•X
X
X
X
Opmerkingen
Dorus was het pseudoniem voor
het toenmalige hoofd der school,
de heer Langhorst.
Wie zou er met 'Benjamin'
couplet 14 - bedoeld zijn?
zie
Het gedicht werd ons toegezonden
door mevr. Baken-Boendermaker.