Z\PAN€N\£*tefC CdecX z) AGMES KRIJWEW In 1597 tenslotte wer den de Zijperdijk en de Zuiderschinkel voor de laatste maal aange legd. -Zie figuur 10D - Na bedijking van de Zijpe bleef het strand westelijk van de dijk lange tijd vlak. Het duincomplex Groot en Klein Ketelduin was in de loop van de 15de en 16de eeuw geheel verstoven, waarbij het zand in eerste instantie in de Zijpe terecht kwam, doch na bedijking vóór deze dijk, waar nieuwe duinen werden gevormd. Uit de 16de eeuwse stuurmansboeken blijkt dat de Ketelduinen vanuit zee als een wit opgestoven duincomplex opvielen. Zij hebben dan ook als landmerk gediend. Kaart 4 toont ons de situatie in 1619. De Ketelduinen zijn dan niet meer afgebeeld en moeten dus inmiddels zijn verstoven. Er bevinden zich slechts duinen in het noorden van de vlakte en tegen de Zijper zeedijk. Bekend is dat ±1660 een bode van de Zijpe met paard en ploeg het strand opging om dit stuifbaar te maken en aldus zandverstuiving tegen de dijk te win nen. Omstreeks 1680 hadden zich op de wijde strandvlakte dusdanige duintjes ont wikkeld, dat het gebied interessant genoeg was geworden om als duinmeierij te ver huren. Tussen de opgestoven zandheuvels raakten de duinvlakten begroeid en de si tuatie ±1690 was vergelijkbaar met die van de Slufter op Texel in deze tijd. Lang bleef de strandvlakte echter vrij vlak, zonder echte duinen. Eerst in de loop van de 18de eeuw ontstonden er twee nieuwe duinformaties, de zogenaamde ZEE- REEP en ten westen van de ZIJPERZEEDIJK de VERLOREN DIJK. Uit een pachtcontract uit 1728 blijkt dat ze in die tijd al met helm werden be- plant. De naam VERLOREN DIJK doet vermoeden dat deze duinenrij oorspronkelijk een dijk is geweest. Over de aanleg van deze dijk is niets bekend. De buitenste duinenrij - de ZEEREEP - is altijd aan verstuiving onderhevig ge weest als gevolg van de voortdurende aantasting door kustafslag. In de loop der eeuwen heeft de zee de kustlijn voortdurend teruggedrongen en wel met een gemiddelde van 10 meter per jaar, gerekend vanaf 1300 tot heden, waarbij de grootste kustafname plaats vond in tijden, waarin nauwelijks of geen zeewering bestond. Tussen de Zeereep en de Verloren Dijk lag een duinvallei met gebrekkige afwate ring. In de loop van de 18de eeuw ontstond hier een duinrneer, het ZWANENWATER. Volgens overlevering werden ten tijde van de landing van de Engelsen en Russen bij Callantsoog in 1799 de legerpaarden in het Zwanenwater gedrenkt. Fig. 10D Reconstructie van Callantsoog en de noordkant van de Zijpe in zijn vierde bedijking, van 1597, met enkele later, tot in 1614, aangelegde werken. Schaal 1 100 000.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1987 | | pagina 12