X iwmemmzeK c^I O AGNES KRIJNEN, wonende In HauweAt, schAeef -in 1982 een Intzazssante scnlptle ovza: Geschiedenis van beheeA en gebAulk van hzt ZwanematzA. Met haaJi toestemming ontlenen we za enkele gedeel- tzn aan. blOKDlNGSGESCHÏEVEMS Het Zwanenwater heeft eerst in de loop van de 18de eeuw zijn huidige vorm ge kregen. Voor die tijd vertoonde het zich onder invloed van de werking van de zee in wisselende gedaantes. Vanaf de 10de eeuw heb ik de ontwikkelingen van het onderhavige gebied kunnen traceren. Gedurende de 10de eeuw bestond er een gesloten duinkust tussen Petten en Huis duinen, welke kust toentertijd veel westelijker was gelegen. Achter deze kust lagen hoeven. Deze toestand duurde tot de laat Middeleeuwse transgressie-fase' 1140-1300). Gedurende deze periode gingen er door stormvloeden grote oppervlakten van het Noordhollands kustgebied verloren. Het zeewater drong via doorbraakgeulen diep landinwaarts, waardoor de ontginningsgebieden ten oosten van de voormalige ge sloten duinkust werden overspoeld. Van het voorheen gesloten kustgebied bleven slechts enkele geïsoleerde delen o- ver, te weten Texel, Wieringen, Huisduinen en Oghe2. De rest van het gebied was veranderd in een waddenlandschap, onderhevig aan de getijde-invloeden. Het eiland 't Oghe werd aan de westzijde begrensd door duinen, terwijl aan de oostzijde het land, dat door de zee gespaard was, door polderdijkjes werd be schermd. In het noorden scheidde het Heersdiep 't Oghe van Huisduinen. Met een breed en vlak strand een hors3) liep 't Oghe aan de zuidzijde af naar het Zijpergat grenswater Callantsoog en Noordambacht Petten). Aanvankelijk lag het Zijpergat dicht onder het huidige Callantsoog. De Zijpe was afwisselend actief. Er waren perioden dat de kust gesloten was, waarna er weer tientallen jaren volgtlen met nieuwe kustopeningen die het getijwaterinde Zijperboezem lieten stromen. Al deze kustopeningen werden 'ZIJPE' genoemd, zodat de naam 'ZIJPE1 staat voor een reeks van doorbraken. Deze geulen kwamen steeds zuidelijker te liggen. Aan de zuidoostzijde van de hors bevonden zich getijgeulen. Deze verplaatsten zich zuidwaarts en in de latere duinvalleien Kleine JewelKiefteglop en Haze- kamer zijn deze telkens zuidwaarts verlegde getijgeulen herkenbaar. Kaart l geeft een globaal beeld van de situatie in 1300. De kustlijn lag toen 5 km westelijker dan thans en de afstand tussen het Heersdiep en de Zijpe be droeg 12 km. Omstreeks 1300 verlandde het Zijpergat en in 1358 was de kust daar gesloten. Toen was het mogelijk over een hoog strand met opgestoven nollen van Petten naar 't Oghe te rijden. Ongeveer halverwege op dit strand lagen de stuifduinen GROOT- en KLEIN KETELDUIN, welke ontstaan waren door het verstuiven van dé NOOR DERDUINEN van Petten. Ten zuiden van deze duinen was een getijgat - ook Zijpe genoemd - tot ±1450 ac tief. Het eiland 't Oghe lag toen in een vloeiende kustlijn. TAansgAesslefase; peAlode, Aijk aan bljzondeA hogz vloeden. 2 Op hzt eiland 't Oghz lag hzt doApje Caltingkz. \Jan dzzz twee plaatsaanduidingen zijn alle andzaz gebezsgde namen, zoals HET OOG, 0GE, CALLANTSOOG en dzAgzlljke afge leid. In dzzz scnlptle wonden cUvense benamingen gebnulkt. 3 HoKSzandplaat In zee die met vloed bijna geheel ondzaloopt.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1987 | | pagina 6