\7oor de Gncjelsenvanaf Ciroate lieten
de \?tcterie
C.W.J.SCHAAP
De Engels-Russische 'invasie vond plaats op 27 augustus 1799 tussen Callantsoog
en Den Helder ter hoogte van Groote Keeten. Na hevige gevechten bereikte men
Den Helder. De smalle zanddijk tussen de Groote Keeten en Huisduinen was het
toneel geweest van veel krijgsgeweld. De Bataafse troepen onder leiding van
Daendels hadden namelijk vele keren de flanken van het invasieleger aangeval
len.
De Engelsen aarzelden niet om na de verovering van de stad aan het Marsdiep,
meteen de batterijen te bezetten en daar lag Story, plotseling volkomen op
gesloten op zijn eigen terrein, terwijl zijn scheepsvolk overal op de forten
en van alle torens, molens en van zovele bekende gebouwen niet de Engelse,
maar de Prinsenvlag zag wapperen.
Op een tijdstip, dat nog geen kanon van de wal op hern gericht was, trok hij
zich met zijn eskader terug in de Vlieter. Evenals zijn verpolitiekte collega's
greep hij naar zijn instructies en peurde daar zijn verantwoording uit. De be
velen, die de Patriotten voor hem opgesteld hadden, luidden: Op de rede te
doen ondervinden, wat liefde voor het Vaderland, gepaard aan moed vermag."
Maar de bevelen machtigden hem ook, voor het geval Den Helder in handen van de
vijand zou vallen, als laatste toevluchtsoord de nauwe Vlieter in te lopen en
zich daar tot het uiterste te verdedigen.
De Vlieter werd op 28 augustus 1799 bereikt.Story kwam met zijn eskader echter
vóór de Vlieter ten anker. Tevens verhinderde de zuidelijke wind, dat de sche
pen in een brede linie van batai11e kwamen te liggen. De schepen lagen nu on
regelmatig in het vaarwater en daardoor volkomen weerloos.
Die zelfde wind was voor de Engelsen wel voordelig en op 30 augustus 1799 ten
07.00 uur zeilden zij met de Prinsenvlag naast de Engelse in top, op het Ba
taafse eskader af. -
Het grootste gevaar voor de ondergang van dit eskader kwam van binnen uit. In
de afgelopen dagen had men in het 'vooruit', dat is dat deel van het schip waar
de bemanning is ondergebracht, in een feestelijke stemming verkeerd. Er waren
zelfs uitwassen van dartelheid, die toen ze berispt werden, oversloegen in hou
dingen en woorden die getuigden van onwil en verzet.
In de avond van de 29ste augustus verspreidde zich het gerucht op de "Washing
ton" dat in het 'achteruit' dat is het verblijf van de officieren, een plan
beraamd was om het linieschip 's nachts in de lucht te laten vliegen. Kapitein
van Capellen kreeg de maats in de kooien maar niet alvorens hij had moeten
dulden dat een deel van de manschappen op eigen gezag, de wacht bij de kruit
kamer had betrokken.
Op de "de Ruijter" moest Kapitein Huijs twee kwartiermeesters wegens dienstwei
gering in de ijzers laten zetten.
Op de "Cerberus" liep de bemanning te hoop en eiste uitbetaling van de gage.Op
de "Utrecht" en de "Leijden" gistte het, maar het kwam niet tot uitbarstingen.
Energiek werden de uitbarstingen niet aangepakt.Het gezag was van oordeel, dat
zachtheid gepaard gaande met vastberadenheid 'het enige middel was om de orde te
handhaven.
En toen kwam Mitchell met zijn eskader opzetten: de "Isis" met de Prinsenvlag
in top, 8 linieschepen met 60 tot 74 stukken, 3 schepen met 50 stukken, 6 fre
gatten, brikken en bombardeergaljoten, ruim voorzien van zware carronades. Van
deze schepen liepen enkele vast, maar met 8 grote schepen kon hij de Vlieter
afsluiten.
52