Die eerste dorpen Callinge lagen ten noord-westen van het huidige Callantsoog.
Ze lagen in en vlak achter de duinen op een stuk land, dat na de stormvloed
van 1196 een eiland werd. oge eiland)
Dat Callinger land werd aan de westzijde door duinen en aan de oostzijde door
dijken beschermd.
Op de kaart, die hiernaast afgedrukt is, staan de dijken getekend, zoals men
vermoedt dat ze gelopen hebben.
Een van de eerste dijken diende om het poldertje 'Het Oude Land' en het tweéde
dorp Callinge te beschermen.
Toen in 1960 de waterstand uitzonderlijk laag was, kwamen er nog resten van dit
dijkje te voorschijn op het strand van Groote Keeten, ten noorden van paal 10.
- Op het kaartje staat dit dijkje met het cijfer 5 aangegeven. -
Helaas hebben in de 15de en 16de eeuw de ongetwijfeld vele keren dat de inwo
ners op bedreigde punten klei,turf en zand gestort hebben, niet mogen baten.
In 1570 zorgde de Allerheiligenvloed er voor dat ook het tweede dorp Callinge
in zee verdween. - Het eerste dorp was door verstuiving en door bedreiging van
de zee al eerder door haar bewoners verlaten. Rond het jaar 1540)
Enkele vluchtelingen bouwden nieuwe huizen en boerderijen bij het buurtje, dat
de naam Sevenhuysen had. In 1581 begon men hier zelfs een kerk te bouwen. Men
gebruikte daarvoor afbraakmateriaal van de verwoeste kerk, die bij het vorige
dorp gestaan had.
Zo ontstond het derde Callantsoog, dat nu nog bestaat.
Aanvankelijk dachten de bewoners van het nieuwe Callantsoog veilig te wonen.He
laas, de zee bleef aanvallen en de duinenrij voor Callantsoog werd steeds smal
ler. Er waren zelfs perioden, dat het water gemiddeld een meter per jaar op het
zand won.
Reeds in 1860 had de heer Storm Buysing in zijn geschrift "De kust van Noord
en Zuid-Holland" de aandacht gevestigd op de zorgelijke toestand van de duinen
bij Callantsoog.