'De klok in onze kerktoren lekei i
Ad 1 UiXH Aa l Cl
KLOKKENVIEVEN EN LANGS LU PERS
Het verhaal wil dat de bronzen klok die in onze kerktoren hangt op een uitge
slapen manier in ons bezit is gekomen.
SANCTUS JOHANNES BAPTISTA IS MIJN NAEM,
MIJN GHELUYT SIJ GOVE BEQUAM. GHERARVUS
VE WOU ME FECIT ANNO VOMINI M.CCCC.XCI"
Wat was het geval? Zo rond 1500 n.Chr. wilden de bewoners van Petten,Huisdui
nen en Callantsoog een klok kopen voor hun kerken. Het aanbod was nu niet di
rect groot te noemen, maar in Enkhuizen zou op een bepaalde dag een boot aan
komen met een aantal klokken.
De Oghers gingen in de nacht al op pad om de lange reis te maken, na enige tijd
gevolgd door de Huisduiners. Toen de Oghers in Enkhuizen aankwamen, hadden ze
de eerste keus. En nu is het net zoals met een mandje appels, het zijn alle
maal appels, maar er zijn grote en kleine bij.
De Oghers namen dus de grootste klok mee en waren allang op de terugweg toen
de Pettemers, die pas bij dageraad opgestaan waren, kwamen aansjokken, die
langslijpers
Toen de Pettemers hoorden dat de Oghers hun klok, de grootste nog wel al zo
vroeg hadden gehaald vonden ze dat dievenwerk - dieven werken toch immers vaak
's nachts - en spraken over de Callantsoger 'klokkendieven'
Maar voor de Callantsogers bleven de Pettemers 'langslijpers'.
Elke torenklok heeft zo zijn geschiedenis. Het merkwaardige van de onze
is, dat hij nooit verdwenen is om als grondstof te dienen voor de oor
logsmachinerie. De Callantsogers hebben hem blijkbaar in alle woelige
tijden op tijd weten te redden.
De klok draagt als randschrift:
Vertaling
"Heilige Johannes de Doper is mijn
naam, mijn geluid zij Gode bekwaam.
aangenaam,welluidend,lieflijk
Gherardus de Wou maakte mij in het
jaar onzes Heren 1491."
Pettemer Langslijpers
en
Callantsoger Klokkendieven
33