St^tidin gen.
J.Baken
Zeeweg 3
Callantsoog
Eeuwen lang hebben kustbewoners zich nauw bij de zee en het strand betrokken
gevoeld: schipbreuken, strandingen een zeedriften brachten afwisseling in de
sleur van alledag en gaven vaak ook een ruggesteuntje in de zware strijd van
hun bestaan. Zo was het ook met de Callantsogers gesteld, zelfs nog tot in
het begin van deze eeuw.
In een stotende storm en striemend stuiven van het zand beleefde een
vijftienjarige jongen, die halverwege Callantsoog en Groote Keeten
deel uitmaakte van een groot gezin, de dag van zijn jongensleven.
Hij was Pieter Vos, die op 20 september 1888 was geboren als zoon
van Jacob Vos en Grietje Louw,een telg uit een zeer oud Callantsoger
geslacht, waarvan reeds in 1653 gewag wordt gemaakt.
Op hoge leeftijd heeft hij herinneringen uit zijn leven vastgelegd
in een 'verhalenboek': "As un mens oud word, ken ie veul beleven".
Hieronder volgt dan zijn verhaal over de stranding van de"Constance
in zijn eigen Westfries dialect.
10 October 1903.
t Was sturmweer. Ik ging gouw ewen op duin kaiken en zoo
ik op de kant van duin ankom, zien ik een groot zailschip nij de wal kommen.
Hai was zoowat un 100 meter uit de wal. Ik vloog nij huis en zai:Er komt een
schip nei de wal.
Vader dadelijk op hooge bienen nij strand en dat ie op duin kwam, had ie een
zwaai nomen en in plaas dat ie nou net voor ons patje strande, raakte hai bai
paal 12 vast. Dat was natuurlijk un heele alteratie: De reddingboot most nij
strand, maar deur 't hooge water kon ie amper langs strand komme.Deerom ginget
ze ook met de vuurpail heen.
i;eur de woeste zee was 't haast niet te doen mit de boot uit te varen en toen
STRANDING VAN HET NOORSE FREGATSCHIP "CONSTANCE" BIJ PAAL 12
OP HET STRAND VAN CALLANTSOOG
10 OKTOBER 1903