DE ONDERGANG VAN HR.MSKANONNEERBOOT "JOHAN MAURITS VAN NASSAU"
OP 14 MEI 1940 BEWESTEN CALLANTSOOG.
C.W.J.Schaap
Het schip was genoemd naar de achterneef van Willem van Oranje, Johan Maurits
van Nassau, die 7 jaar gouverneur van Brazilië is geweest.
Op 13 en 14 mei 1940 speelde het schip een belangrijke rol bij de verdediging
van het Kornwerderzand, waardoor het de Duitsers onmogelijk werd gemaakt om over
de Afsluitdijk de kop van Noord-Holland te bereiken. Een honderdtal schoten met
het geschut van 15 cm maakte een Duitse artillerie batterij onschadelijk.
Op 14 mei 1940 was het schip op de rede van Nieuwediep terug gekeerd en kreeg
toen om 15.00 uur de opdracht naar Engeland te vertrekken. Ook de andere ter
rede liggende schepen zoals de mijnenleggers "Nautilus", "Jan van Brakel" en
"Douwe Aukes"alsmede de torpedoboot "G 13" ontvingen deze opdracht.
Min of meer in verband varend verliet men de rede en begon de oversteek naar
Engeland.
Door het overwicht in de lucht hadden de Duitsers alle kans luchtaanvallen te
doen, waarbij zij het in het bijzonder gemunt hadden op de "Johan Maurits van
Nassau". Misschien was dit een soort wraak voor hun échec bij Kornwerderzand.
Tegen 16.30 uur kwam de eerste Heinkelbommenwerper uit de richting van de zon
in duikvlucht omlaag. De bom sloeg in het voorschip tussen de kanons 1 en 2.
Het was een lichte bom, die sissend op het pantserschild boven de voormunitie-
bergplaats bleef liggen.Met alle mogelijke middelen werd getracht de bom nat
te houden. Door de grote verhitting van het pantserschild ontploften echter de
detonatoren van de munitie. Een grote steekvlam schoot omhoog. Ongeveer 10 mi
nuten lag er tussen het vallen van de bom en de ontploffing. Vlak daarna viel
dicht bij het schip ter hoogte van de machinekamer een twTeede bom in zee.Het
voorschip scheurde nu los en begon direct te zinken.
Het achterschip kwam boven water, waardoor de schroeven zichtbaar werden. Zo
bleef het schip nog 10 tot 15 minuten drijven. Daarna verdween het voorgoed
in de golven.
Tijdens het zinken begon men het te verlaten. Slechts één motorsloep kon worden
gestreken. Tijdens het ronddrijven werden eerst de gewonden geholpen en enigszins
overstuur geraakte kamaraden werden kalmerende woorden toegeroepen. De zee was
rustig, terwijl het ook nog helemaal licht was.Het was dus niet moeilijk voor
de te hulp komende mijnenleggers en de torpedoboot om de drenkelingen aan boord
te nemen.
De meeste gewonden werden door de "G 13" opgenomen, die hen later overgaf aan de
reddingsboot "Doris Rijkers", die vanuit Den Helder was uitgelopen. Daardoor kon
de "G 13" zijn reis naar Engeland voortzetten.
Een elftal personen (volgens Bezemer acht)die voor een deel onder dek of in