33 Tiny Derksen bij de opening van haar balletschool (1967). MUZEPENNINGEN 22 E. Görög (Ata Kandó) Fotograaf, 2013 21 C.J. (Tiny) Derksen Eigenaar balletschool, 2013 Patricia Bracke-Logeman (links) ontvangt de muzepenning uit handen van locoburgemeester Janina Luttik-Swart. schakel bij het organiseren en inrichten van tentoonstel lingen en andere kunstmanifestaties, zoals het Simeon ten Holt Festival en film- en theateravonden. Van 2007 tot de heropening van het gerenoveerde museum in 2010 heeft zij het directeurschap van het museum met veel elan en succes op zich genomen. Op 7 januari 2013 krijgt Tiny Derksen-van Heugten (Alkmaar 1929) tijdens de nieuwjaarsreceptie de Muze penning uitgereikt door burgemeester H. Hafkamp. Tiny Derksen was op dat moment al meer dan 63 jaar (en nu meer dan 70 jaar) verbonden aan haar eigen klassieke- balletschool: vanaf 1951 in Alkmaar en vanaf 1967 in Bergen met Arabesque. Een derde en soms zelfs al vierde generatie kinderen uit Bergen heeft les van haar ge had. De lessen waren dan ook van hoog niveau volgens de Russische balletdiscipline: heel hard werken en niet zeuren. Een aantal van haar leerlingen is als ballerina of danser doorgegaan naar een beroepsopleiding. Jaarlijks kwam namelijk nog heel lang iemand van het Haags con servatorium langs om bij Arabesque talenten te scouten. In 1999, op haar 70ste verjaardag, was Tiny Derksen al benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau voor haar inzet en haar werkzaamheden voor de samenleving. Zij wilde de jeugd kennis laten maken met het dansen en heeft zich daar met hart en ziel voor ingezet. Haar doel heeft ze ruimschoots bereikt. Ogenschijnlijk met groot gemak, verhuisde zij met haar leerlingen naar steeds wisselende accommodaties, ontwierp en maakte ze zelf, heel vindingrijk, steeds weer nieuwe kostuums en schreef ze de choreografie voor de jaarlijkse balletuitvoeringen. En daarnaast trakteerde zij haar leerlingen en vrienden te pas en te onpas op haar fameus verrukkelijke appeltaar ten. De van oorsprong Hongaarse foto grafe Ata Kandó (geboren als Etelka Görög in Boedapest 1913 - Bergen 2017) ontving op haar 100ste verjaardag, 17 september 2013, de Muzepenning uit handen van burge meester H. Hafkamp. Vanaf 1936 heeft Kandó haar sporen op het terrein van de fotografie verdiend. Haar werk wordt gekenmerkt door een veelzijdigheid van onderwerpen, maar draait tevens om haar liefde voor kinderen. Diverse boeken met foto's van kinderen (soms haar eigen kinderen, zoals in Droom in het woud) of bijvoorbeeld van Hongaarse vluchtelingen na de Russische inval in 1956, verschenen van haar hand. Voor hun werk in het verzet in de oorlogsjaren kregen Ata en haar eerste man Gyula Kandó de Yad Vashem onder scheiding. Met haar fotoboek Slave or Dead vroeg ze aan dacht voor de met uitroeiing bedreigde indianenstammen in het Amazonegebied. De relatie tussen mens en dier zoals afgebeeld in The living other (2008) geeft ook blijk van haar maatschappelijke betrokkenheid. Haar tweede huwelijk met fotograaf Ed van der Elsken duurde slechts een jaar, maar liet Kandó wel kennismaken met Nederland, waar zij zich echt thuis voelde. Vele bekende Nederlandse fotografen heeft zij met haar werk kunnen inspireren: Kadir van Lohuizen, Koos Breukel, die haar Rolleiflex overnam, en Sacha de Boer, die nu fotografeert met de Leica van Ata Kandó. Haar veelzijdigheid bracht haar internationale roem. Naast haar werk als fotografe heeft zij gewerkt als fotografiedocente aan de School of Graphic Arts in Utrecht, waardoor zij een belangrijk stempel heeft kunnen drukken op de Nederlandse kunstwereld. De laatste jaren van haar leven bracht Ata Kandó door in De Rekere in Bergen. i M M

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2022 | | pagina 35