15
EREPENNINGEN
11 Jac. J. Koeman Kunstschilder, 1964
13 E. Reitsma-Valenga Kunstschilder, graficus 1964
12 K. Niehaus Kunstschilder, 1964
beschilderde achterkant uit 1871 van Thijs Veldt, de
bewoner van boerderij De Franschman schuin tegenover
de familie Van Herwijnen.
Kasper Niehaus (Gro
ningen 1889 - Bergen
1974) was kunstschil
der, tekenaar, schrijver,
kunstcriticus en verza
melaar. Na zijn oplei
ding aan de Academie
Minerva in Groningen
studeerde hij aan de
Rijksacademie van
Beeldende Kunsten in
Amsterdam. Hij sloot
er vriendschap met
de beeldhouwer John
Radecker. In 1910
Engelina Reitsma-Valenga (Amsterdam 1889 - Doorn
1981) was de dochter van een diamantbewerker en ging
al op haar 14de jaar al in de leer bij een diamantklover.
Vanaf 1904 startte zij met tekenlessen op de Rijksaca
demie van Beeldende Kunsten, uitsluitend 's ochtend of
's avonds, want 's middags moest zij diamanten kloven. In
het vijfde en zesde jaar koos zij voor de graveerklas van
Pieter Dupont. Na diens dood kreeg zij les van Johan
nes Aarts, van wie zij de meeste grafische technieken
leerde. In 1913 kreeg zij de eerste prijs in grafische kunst
van de Prix de Rome. Reitsma schilderde vele symbo
listisch getinte portretten, stillevens en landschappen.
Ook ontwierp zij veel ex librissen en in opdracht van de
Rijksoverheid ontwierp zij een groot aantal postzegels
met portretten van historische figuren. Zij kwam in 1951
in Bergen wonen en werd werkend lid van het KCB. En
gelina Reitsma-Valenpa was ridder in de Orde van Oranje-
Nassau. De laatste jaren woonde zij in Frankenstate. In
haar rouwadvertentie werd vermeld: ‘Zij leefde voor de
kunst en haar familie’.
reisde hij naar Parijs waar hij onder meer kennis maakte
met de kring modernisten rond Conrad Kickert en Henri
le Fauconnier. Vanaf 1918 werkte Niehaus als kunstrecen
sent voor De Telegraaf en schreef hij diverse boeken over
kunst. Na zijn huwelijk woonde hij met enkele bevriende
kunstenaars enige jaren in het buiten Meerhuizen aan de
Amsteldijk in Amsterdam. Met zijn gezin verhuisde hij in
1925 naar een door zijn vriend John Radecker gebouwd
huis aan de Achterweg te Groet en vervolgens in 1935
naar de karakteristieke villa op Dorpsstraat 9 in Bergen,
waar hij tot eind jaren 60 woonde. Hij was zeer beschei
den, zijn werk was zijn grootste hobby. Na 1953 wijdde
hij zich geheel aan de schilderkunst. Hij schilderde voor
namelijk idyllische landschappen, naaktfiguren en dorps
gezichten. Hij was werkend lid van het KCB.
Kobus (Ko) Koeman
(Edam 1889 - Bergen
1978) heeft, na lessen
te hebben gevolgd bij
A.J. Derkinderen op
de Kunstnijverheids
school Quellinus in
Amsterdam, veel tijd
doorgebracht in het
Rijksmuseum waar hij
zich door het kopiëren
van de oude meesters
verder bekwaamde
in de kunst van het tekenen en schilderen. Zijn eerste
expositie had hij bij Verwey in Amsterdam, deze werd
gevolgd door vele andere exposities in het land. Tussen
1920 en 1925 woonde hij in Zaandam, waar hij les gaf in
schilderen, tekenen en grafiek. Na een paar jaar in het
Gooi gewoond te hebben, verhuisde hij in 1934 naar
Bergen.
Zijn vrije werk behoort tot de schilderkunst van 'Rondom
de Bergense School'. Zijn favoriete onderwerpen waren
portretten, dieren en bloemen. Koeman was illustrator,
vormgever en samensteller van een tiental Verkade-
albums, onder meer van Mijn aquarium van A.FJ. Por-
tielje (1925) en van Paddenstoelen door Dr. Jac. P. Thijsse
(1929). Koeman was lid van de Vereeniging Sint Lucas in
Amsterdam, van de Vereeniging van Beeldende Kunste
naars in Laren-Blaricum en van het KCB. Hij gaf les aan
onder anderen Kees den Tex, met wie hij drie maanden
doorbracht in Frankrijk. Koeman woonde aan het Wiert-
dijkje 12 waar hij zich omringde met allerlei dieren.